Er zijn plannen om de ingang van de Senaat te vernieuwen en tegelijkertijd beter te beveiligen. Die grap zou zo’n 126.000 euro gaan kosten. Dat alles voor een instelling die compleet overbodig is geworden, met minder dan 100 bezoekers per week en zo’n acht vergaderingen per jaar. Ze hadden die Senaat beter al lang afgeschaft, zoals ik hier al meermaals geschreven heb. Het aantal zetels mag dan al gereduceerd zijn, de onderhouds- en logistieke kosten blijven en dat gaat over een paar miljoen euro per jaar. Dat laatste geldt trouwens ook voor de Provincieraden, waarvoor men in Antwerpen een nieuw gebouw neerzet, waarvan men nu al weet dat het veel te groot zal zijn o.w.v. de ondertussen genomen beslissing het aantal vertegenwoordigers te verminderen. Dat gebouw kan later misschien ingenomen worden door de Vlaamse regering, als die ooit uit Brussel zou verhuizen.
Buiten Senaat en Provincieraden is er trouwens nog iets dat beter afgeschaft zou worden in dit land en dat zijn de ministeriële kabinetten. Uit een recent internationaal onderzoek is gebleken dat die nergens voor nodig zijn. In Nederland, Duitsland en de Scandinavische landen blijken die niet of nauwelijks meer te bestaan, in de zuidelijke landen wél, waar ze eerder beschouwd worden als een zekere hofhouding. Tot wat dat kan leiden, hebben we zopas nog meegemaakt in de zaak Milquet. Madame Non had op het einde van de federale legislatuur zo maar even acht nieuwe kabinetsmedewerkers aangenomen, die helemaal niet nodig waren voor de dagelijkse gang van zaken, maar die goed van pas kwamen tijdens haar verkiezingscampagne. Milquet is daarvoor in staat van beschuldiging gesteld wegens belangenvermenging en is moeten aftreden. In landen waar ministers geen kabinetsmedewerkers hebben, bestaat er een vaste administratie die, officieel althans, politiek neutraal hoort te zijn en ervoor zorgt dat het te verrichten werk gewoon doorgaat, ook als er een minister van een andere politieke strekking komt te zitten. Onnodig te zeggen dat die medewerkers, net zoals de senatoren en de provinciale vertegenwoordigers, onze staatskas aardig wat extra geld kosten.
In zijn burgermanifesten bepleitte destijds ook Verhofstadt, als oppositielid, de afschaffing van de kabinetsmedewerkers (en ook van de provincieraden). Tot hijzelf aan de macht kwam, zijn woorden inslikte en het programma van de PS uitvoerde, die – naar Frans voorbeeld – de kabinetsmedewerkers wél behield. Verhofstadt is de grootste politieke ramp die dit land in het algemeen en Vlaanderen in het bijzonder heeft meegemaakt. Het zou een leuke tip kunnen zijn voor would-be schrijvers om eens een fictief verhaal daarover te schrijven dat zich bv af zou spelen in een verre toekomst. Een soort terugblik, zeg maar, met bv wat zou gebeurd zijn mocht pinocchio zijn woord gehouden hebben…
|