In Frankrijk heeft de laatste voorverkiezing voor het presidentschap plaatsgevonden, deze van de socialisten (of wat ervan overblijft). Ook nu zaten de peilingen ernaast en heeft de vrij onbekende Benoît Hamont, een vroegere minister van Onderwijs, het gehaald van ‘Manuel from Barcelona’. Hamont gaat echt de linkse toer op met voorstellen voor een 32-urige werkweek en een basisloon voor iedereen. Normaal gesproken heeft hij al in de eerste ronde, ergens in april, geen schijn van kans tegen Marine Le Pen van het FN en François Fillon van de Républicains en is het zelfs erg twijfelachtig of hij meer stemmen zal halen dan Emmanuel Macron, een ex-bankier(!) die uit de PS is gestapt, met een eigen partij opkomt (‘En marche’!) en zich situeert als libéral-démocrat. Er is zelfs nog een vijfde kandidaat, de radicaal-linkse Jean-Luc Mélanchon, die al meer heeft meegedongen maar voor rechts en centrumrechts eerder gevaarlijk wordt als hij niét zou meedoen en zijn kiezers voor een andere kandidaat zouden stemmen.
PS’er Hamont heeft daarenboven het nadeel uit te komen voor de partij van Hollande. ‘Monsieur normale’ doet wijselijk zelf niet meer mee. Nooit was een Franse president zo onpopulair als hij. Verder gelooft niemand in een 32-uren werkweek, nu men ook in Frankrijk juist af wil van de 35-uren om zelfs langer te gaan werken. Hamont’s oproep voor een basisloon voor iedereen is dan weer iets dat niet alleen in Frankrijk leeft en dat zelfs bij ons al bekend is van de jaren 1980/90, toen het werd gelanceerd door zakenman Roland Duchâtelet, die destijds de beweging Vivant oprichtte.
Er lopen momenteel al enkele testprojecten met dat basisloonprincipe in Finland en – op zeer beperkt gemeentelijke schaal – in Nederland. Het principe is dat men aan iedere inwoner van een land een bepaald vast inkomen wil geven, of hij/zij nu werkt of niet. Bij Vivant was dat per volwassene 750 euro en 1.300 voor een gepensioneerde. Dat lijkt absurd, maar men mag niet vergeten dat onze huidige sociale zekerheid evenveel kost als het netto inkomen van alle werkende mensen samen. Met een basisinkomen voor iedereen zouden alle andere vormen van uitkeringen wel worden afgeschaft. Meteen zou men ook het leger van ambtenaren en de huidige administratie er omheen die al de nu bestaande uitkeringssystemen moet controleren gedecimeerd kunnen worden, wat tenslotte zou kunnen betekenen dat zo’n basisloon voor iedereen goedkoper zou kunnen uitvallen dan wat ons nu de sociale zekerheid kost*.
Dat basisinkomen moet wel verbonden worden met de nationaliteit, waarvan men er maar één meer mag hebben. Ofwel ben je burger van een land en dan kun je ervan genieten, ofwel niet en dan val je uit de boot. Ook dat zou heel wat zaken duidelijker maken. Voor België is het basisloon voor iedereen nog niet voor morgen, al was het maar omdat de vakbonden er honderden miljoenen euro’s, die ze nu krijgen voor ‘administratief werk’, zouden kwijtspelen. Toch loont het de moeite in ’t oog te houden hoe de projecten in Nederland en vooral in Finland zullen verlopen.
* François Fillon, de kandidaat van Les Républicains, wil o.m. 50.000 ambtenarenposten schrappen. Hoe hij dat juist gaat doen, is mij niet duidelijk, maar met het invoeren van een basisloon zou dat wel een stuk eenvoudiger worden, als Duchâtelet gelijk zou hebben.
|