Er zijn weinig materies waarover het hele jaar door zoveel gepraat en gediscussieerd wordt als over het Onderwijs. Van kleuterklas tot en met universiteit hebben zowel leraars, (ex)leerlingen, onderwijskoepels en de media zelf elke week wel iets nieuws om over te bakkeleien. Het laatste in de reeks is het voornemen van het Gemeenschapsonderwijs (GO) om de thuistaal van in de eerste plaats allochtonen toe te laten op school, niet alleen op de speelplaats maar ook in de klas. Vlaams minister Crevits is er voor omdat ook zij vindt dat kinderen tussendoor via hun hier vreemde moedertaal beter Nederlands zouden begrijpen en onthouden. Daar mag iedereen het zijne van vinden, maar voor mij is dat onzin.
Het Gemeenschapsonderwijs heeft in Vlaanderen altijd qua kwaliteit ondergelegen bij het Vrij Onderwijs. Door die nieuwe maatregel zal dat verschil nóg groter worden. Het Franstalig onderwijs, dat vooral in Brussel al jaren op die manier voortsukkelt, staat in de rangschikkingen van de Europese regio’s niet eens bij de eerste 25, het Vlaams Onderwijs bij de eerste 5! Dat alleen zegt al genoeg. Als men straks in elke klas elke dag een deel van de tijd moet verliezen om iets uitgelegd te krijgen waarbij het ene kind het tussendoor aan het andere moet vertalen, dan zal dat gaan ten koste van de algemene kwaliteit van het onderwijs zelf, ook voor de kinderen wier thuistaal het Nederlands is. Het zou kunnen dat er hier en daar een allochtoon kind baat bij heeft, op die manier zal het echter nooit een hoog niveau Nederlands halen en hypothekeert het zijn eigen toekomst.
Als men echt wil dat allochtone kinderen hier vlot Nederlands leren, moet men hun ouders ertoe aanzetten dat thuis ook te doen, of althans te proberen. Wie thuis Turks, Arabisch of Lingala blijft spreken, en naar radio- en Tv-programma’s uit het thuisland blijft horen en kijken, zal het hier nooit ver brengen.
|