Wie de Belgische politiek al een tijdje volgt, weet dat de hoge staatsschuld van dit land grotendeels te wijten is aan het potverteren van Verhofstadt en zijn paarse en paarsgroene regeringen. Toen Verhofstadt en zijn partij in 1999 aan de macht kwamen na 18 jaar oppositie, met daarbij de Groenen, die voor de allereerste keer in dit land op federaal vlak mee mochten regeren, werd het graaien de belangrijkste activiteit. De aftredende regering Dehaene had, met de nodige besparingen en taksen, er niet alleen voor gezorgd dat dit land in de Eurozone kon treden, er was tevens een spaarpot aangelegd ter grootte van zo’n 6% van het toenmalige budget om de voorspelde kosten van de vergrijzing te dekken. Die bumper werd door Paarsgroen volledig opgesoupeerd. Om zijn gezicht en dat van de regering te redden, kwam toenmalig minister van Begroting, Vande Lanotte, voor de dag met zijn Zilverfonds, dat later een lege doos bleek te zijn. Of dit alles nog niet erg genoeg was, nam Paarsgroen ook enkele pensioenkassen over, waarvan de belangrijkste die van Belgacom was, het huidige Proximus. Dat ging om 5 miljard euro, waardoor Verhofstadt in staat was zijn begroting voor dat jaar ‘sluitend’ te noemen.
Iedereen kon toen al vermoeden dat dit verkeerd ging aflopen. In ruil voor de overname zou de Belgische staat immers de pensioenen aan alle statutaire Belgacom/Proximus ambtenaren blijven betalen (tot aan hun dood!). Bij een navraag door (Straffe) Hendrik Bogaert, nota bene: een lid van een meerderheidspartij, moest huidig minister van Begroting, Sofie Wilmès, in de Kamer toegeven dat de 5 miljard van destijds tussen 2021 en 2022 op zullen zijn en dat de staat dan elk jaar 450 miljoen euro zal moeten bijleggen en dit tot alle contractuelen bij de telefoonmaatschappij letterlijk uitgestorven zullen zijn (Bij Proximus worden tegenwoordig alleen nog contractuelen aangeworven).
Het bleef indertijd trouwens niet alleen bij Belgacom. Ook de pensioenfondsen van de NMBS, Belgocontrol, Brussels Airport en de haven van Antwerpen werden door Verhofstadt en Co overgenomen. Die operaties waren wel een stuk kleiner, maar veel kleintjes maken groot en de Belgische belastingbetaler, in de eerste plaats de Vlaamse, zal ook daarvoor nog lang mogen opdraven.
Ondertussen heeft de heer Verhofstadt zijn functie als fractieleider van Alde (volgens Kaaiman: Aldi) in het Europees parlement opgegeven en heeft hij zich kandidaat gesteld bij de komende gemeenteraadsverkiezingen in ‘zijn’ Gent. Als het in oktober lukt, vindt hij daar zijn Paarsgroen terug. Bij deze mijn innige deelneming aan alle Stroppen mocht hij erin slagen ook daar straks de politiek te verzuren.
|