Alvorens nog maar eens met vakantie te gaan (‘reces’ noemen ze dat in de politiek), heeft de federale regering zogezegd twee van de drie resterende problemen opgelost, nl het sluiten van de kerncentrales en het bepalen van wat een zwaar beroep is. In werkelijkheid is er niets opgelost.
De N-VA heeft haar verzet tegen het sluiten van de kerncentrales tegen 2025 opgegeven, op voorwaarde dat er elk jaar een vaststelling komt hoe de situatie van energie beschikbaarheid en –prijzen erbij zal staan. Die evaluatie zal gebeuren door e.o.a. monitoring comité dat moet nagaan dat de kostprijs voor de verbruiker hier niet hoger wordt dan in onze buurlanden en dat de bevoorrading gegarandeerd blijft. Als dat niet het geval is, zal het land verplicht blijven een of meerdere kerncentrales niét te sluiten. Om e.e.a. waar te maken, moet er ondertussen wel voor gezorgd worden dat men meteen werk zal maken van het bouwen van de nieuwe gascentrales, anders zal die bevoorrading nooit lukken en is het nog de vraag hoe de kostprijs van die centrales zal worden doorberekend.
Om te bepalen wat al dan niet een zwaar beroep wordt, gaat er ook al een comité worden opgericht dat niet alleen zal bestaan uit politici, maar ook uit afgevaardigden van de vakbonden en de werkgevers. Daar zal nog een aardig woordje gepalaverd worden, want het lijkt het al langer hoe meer op dat zowat iedereen denkt dat hij een zwaar beroep heeft. Meer dan ooit blijkt de Belg – in de eerste plaats die van ten zuiden van de taalgrens – aan werken een broertje dood te hebben en niets liever vraagt dan er zo snel mogelijk mee op te houden.
Tenslotte blijft er het probleem van de terugbetaling aan de Arco coöperanten, waar men met een bang hartje wacht op de uiteindelijke beslissing van de E.U. die tot dusver negatief was (evenals die van de Raad van State) en is er eerder binnen de meerderheid geen consensus om gewoon te eisen dat dat geld moet worden opgehoest door de erfgenamen van het ACW (nu ‘Beweging.net), die indertijd die mensen heeft wijsgemaakt dat ze spaarders waren, terwijl dat in werkelijkheid niet het geval was. Van het moment dat ze dat geld wél zouden krijgen, dreigt er trouwens de klacht van de aandeelhouders die wél alles kwijt zijn.
In ’t kort: de federale regering blijkt de nog hangende problemen, die niet opgelost raakten bij de besprekingen van het zgn ‘Goede Vrijdagakkoord’*, gewoon over de verkiezingen te hebben geheveld en op die manier de volgende regering met dezelfde problemen opgezadeld. ‘Na ons de zondvloed’.
* Met ‘Goede Vrijdagakkoord’ denkt men in eerste instantie aan het akkoord tussen protestanten en katholieken dat een einde maakte aan de gewelddadigheden in Noord-Ierland, waarvan de Belgische variant maar een flauw afkooksel is, dat alleen verwijst naar de datum.
|