Naar het schijnt wil Macron, na de uitstap van de Britten, voorstellen van het Frans de officiële taal van de E.U. te maken. Dat onze nationale Charel hem daarin steunt is nogal wiedes, het is ook zijn moedertaal en als Waal kan hij moeilijk anders dan la douce France achternalopen. Maar daarmee zullen we het wel gehad hebben.
Het Frans is niet meer de taal met het prestige van weleer, toen alle vorstenhuizen en diplomaten ze spraken. Engels is nu de lingua franca geworden, niet alleen van Europa, maar van de hele wereld, van het transport en de businesswereld. Ze is het dat ook voor alle Germaanse en Slavische talen. Als we als taal trouwens die van de grootste bevolking in Europa zouden nemen, zou het Duits moeten worden, dat gesproken wordt door 80 miljoen mensen, plus daarbij de Oostenrijkers en de Duitstalige minderheden in Zwitserland, Luxemburg, België en Italië. Duits was vroeger de tweede taal in de meeste landen van Oost-Europa, maar is die positie kwijtgespeeld door WO II. Ik herinner me nog bij ITS, de Internationale Pechdienst bij DAF Trucks, toen het IJzeren Gordijn viel. In de bureaus van achter het vroegere gordijn, waarmee we samenwerkten, was de tweede taal toen al Engels, vooral bij de jongere mensen. Alleen bij ouderen was er hier en daar nog iemand die zijn Duits nog kende.
Zoals ik reeds schreef in mijn blog van 8 juni (‘De taaldiscriminatie’), waarin ik reageerde op de vaststelling dat de kennis van het Frans van onze Vlaamse kinderen in het eerste middelbare onvoldoende was, wordt het hoog tijd dat we in Vlaanderen onze kinderen de keuze laten zelf een tweede taal te kiezen, net zoals dat al in het francofone onderwijs gebeurt. Voor de meeste van hen is Engels een stuk makkelijker en veel praktischer in het dagelijks gebruik. Frans kan, voor wie wil, dan nog de derde taal worden.
|