Gezien de vakantie, het politieke reces en de komkommertijd, valt er dezer dagen weinig ernstig politiek nieuws te verwachten. De gemeentelijke verkiezingen komen er wel aan, maar in vele dorpen en steden is dat is dat een plaatselijk gebeuren, waarbij mensen eerder stemmen voor iemand die ze persoonlijk kennen dan voor een partijkleur. Hier en daar kan er een aanwijzing zijn op veranderende situaties, maar is het zeer de vraag in hoever dat zal afstralen op de federale en Europese verkiezingen van mei volgende jaar.
Om maar een voorbeeld te geven. Hier in Kasterlee is er nog steeds een meerderheid van CD&V-verkozenen en zal dat waarschijnlijk zo blijven. De hoofdreden daarvoor is dat de huidige burgemeester, Ward Kennes – nota bene: iemand met een Vlaamsnationalistisch verleden – niet alleen burgemeester is, maar ook Vlaams volksvertegenwoordiger en daarenboven nog in diverse comités zitting heeft, waardoor hij gemakkelijker fondsen vrij krijgt voor allerlei werken in zijn gemeente. Zelfs wie federaal niet voor de tsjeven zou stemmen, doet dat in Kasterlee misschien wel, omdat de gemeente met zo’n burgemeester meer gedaan krijgt op provinciaal en federaal gebied en men geen avonturen wil zoals dat bij de vorige verkiezingen bv in Turnhout gebeurd is. Het is gewoon realiteitszin: ‘L’argent fait la guerre’.
Op regionaal vlak geldt voor de ontvoogding van Vlaanderen daarentegen nog altijd de zgn ‘Baert doctrine’ uit de tijd van de Volksunie: ‘Indien een mogelijke stap in de staatshervorming een stap vooruit betekent, waarvoor geen onredelijke prijs moet worden betaald en indien er geen toekomstige stappen worden geblokkeerd, dan moet deze stap worden gezet’. (Uit ‘De Ordelijke Opdeling van België’ van Gerolf Annemans en Steven Utzi - blz 346, artikel 218). Die doctrine wordt ook vandaag nog o.m. door de N-VA toegepast, wat haar nogal eens kwalijk wordt genomen, maar waarvoor voorlopig nog steeds geen valabel alternatief is. Zien of dat anders wordt tegen mei volgend jaar…
|