N.a.v. een uitspraak van Bart De Wever tijdens de N-VA Nieuwjaarsreceptie om na de verkiezingen het debat over het confederalisme weer op te rakelen (iets waar PS én MR niet van willen weten), stond daarover in De Tijd van 19 januari een interessant artikel. Schrijver ervan, een zekere Stefan Sottiaux, grondwetspecialist aan de KULeuven, heeft, samen met Karel Reybrouck, een collega neem ik aan, daarover een boek geschreven van liefst 700 bladzijden, waaraan beide zo’n 2,5 jaar hebben gewerkt en waarin zowat alle federale bevoegdheden zijn opgelijst.
Om te beginnen vergissen onze politiek én de media zich wanneer ze het over confederalisme hebben. Dat blijkt nl alleen maar mogelijk als samenwerkingsverband tussen onafhankelijke staten, wat in België niet het geval is. Afgezien daarvan, is het zo dat ook het federale België na zes staatshervormingen verre van ‘af’ is en feitelijk nog steeds een vrij unitair land. Zeker in vergelijking met andere federale staten zoals de VS, Canada of Duitsland. Als er bij ons iets wordt overgeheveld van het federale naar het regionale niveau, dan gebeurt dat meestal met uitzonderingen en achterpoortjes, waardoor de gewesten maar een beperkte manoeuvreerruimte hebben. Bij ons is iedereen zowat voor alles bevoegd, maar nooit helemaal, iets dat ikzelf ook reeds vermeldde in mijn blog van 20 januari (‘Waarom confederalisme’).
In feite komt het hier op neer, dat het geen zin heeft een zevende, achtste of verdere staatshervorming door te voeren, maar ervoor te zorgen dat de volgende ook de laatste wordt. Nog iets dat ik ook reeds enkele keren heb aangehaald. Pas na die laatste hervorming zal dit land een echte federale staat zijn en kan men gaan denken aan een confederatie. Dat zal dus nog niet voor morgen zijn.
|