Eind 2005 verscheen ‘Het manifest voor een zelfstandig Vlaanderen in Europa’, waarin Vlaamsgezinde bedrijfsleiders en BV’s, verenigd in de denkgroep ’In de Warande’, zich uitspraken voor een zelfstandig Vlaanderen. Mij bekende namen daarbij waren die van Frans Crols, Jan Jambon, Guido Naets, Marc Platel, Bruno Valkeniers, Matthias Storme, Remi Vermeiren en Herman de Bode. Die laatste, van Herman de Bode, is mij steeds bijgebleven, omdat de man, die toen in de Benelux het Amerikaanse Consultancybedrijf McKinsey leidde, bij zijn bedrijf een stap moest terugzetten nadat Belgicistische (VBO?) werkgevers ermee dreigden hun relaties met McKinsey stop te zetten. Hij werd dus (gedeeltelijk) gebroodroofd voor zijn Vlaamsgezindheid. Diezelfde de Bode kreeg in De Standaard van vorig weekeinde een interview, die ik de lezers niet wil onthouden.
I.v.m. de problemen omtrent de huidige pogingen tot federale regeringsvorming zegt de Bode (nu 66 en, na twee hartaanvallen en een begin van leukemie, met pensioen), dat coalities samenstellen, louter omdat ze mathematisch een meerderheid hebben, niet meer van deze tijd is. De enige reden waarom de PS nog van België houdt, is o.w.v. de miljardentransfers uit Vlaanderen. Confederalisme invoeren kan conceptueel met één pennentrek. En tenslotte: Brussel heeft niets meer met Vlaanderen te maken. Laat Brussel aan de Brusselaars. Het kan een aparte stadsstaat worden.
Ik kan daar weinig aan toevoegen, tenzij misschien een nuance aan het Brussels verhaal. Voor mij mag dat ook een aparte stadsstaat worden, maar dan via een confederatie met Vlaanderen, waarbij de stad zich verplicht onze Nederlandse taal op gelijk niveau met het Frans en eventueel andere talen te behandelen (Frans- en Nederlandstaligen zijn momenteel reeds een minderheid geworden in Brussel).
Voor de rest zal het in dit land nooit meer business as usual worden. Vlaanderen en Wallonië zullen nooit één land kunnen blijven. Wij, Vlamingen, zijn een volk met een eigen taal, een eigen vlag, een eigen volkslied en een eigen cultuur, waar we fier op kunnen zijn. Wij hebben de zee, de havens, de grootste internationale luchthaven en een eigen werkzaamheid, waarvan we de vruchten niet blijvend moeten afstaan aan een regio die dat alles niet is of heeft en ons daarenboven uitscheldt zonder reden. Tenslotte bestaat er reeds een taalgrens, die straks moeiteloos een echte grens kan worden.
|