Hoe het nu verder met de federale Belgische politiek moet, is mij een raadsel. Geen redelijk mens kan geloven dat Dewael en Laruelle de problemen tijdens de krokusvakantie gaan oplossen. Zoals ik al halvelings schreef in mijn blog van gisteren, is het gewoon temporiseren, tijd winnen, zeker nu de oplossing uit de blauwe hoek zou moeten komen, terwijl de Vlaamse liberalen zelf waarschijnlijk niets zullen beslissen vóór hun voorzittersverkiezingen, ergens in maart, achter de rug zijn.
Zeker nadat ‘Magnjet’ de stommiteit gedaan had uitgehaald om juist de opdrachthouder van enige partij die het verschil kon maken – CD&V – te kleineren, waardoor deelnemen voor de tsjeven politieke harakiri zou betekenen. Als men er van uitgaat dat CD&V inderdaad zal bedanken voor het avontuur, dan is het uitgesloten dat er een nieuwe federale regering komt, want dan zitten de drie grootste Vlaamse partijen – VB, N-VA en CD&V - allemaal in de oppositie. Dat, terwijl Vlaanderen 60% van de Belgische bevolking telt, 70% van de Belgische economie omvat en meer dan 80% van de export.
Blijft dan over: nieuwe verkiezingen, al zullen ook die geen garantie zijn om de problemen van dit onmogelijke land op te lossen via de oude rituelen. Wat er zal overblijven is een staat met vier gewesten die in de eigen regio de klus best kunnen klaren en alleen nog dienen overeen te komen wat ze straks nog samen zullen willen en/of kunnen doen. Heikele punten daarbij zullen de verdeling zijn van de staatsschuld en de afbouw van de transfers. Zoals de PS en Co (buiten de MR zijn alle andere Waalse partijen links) het zien, lijkt het er eerder op dat zij rekenen op fase drie : een verdeling van de winst in geval van faillissement!*
*Dit laatste zinnetje is een deel van een toepasselijk mopje, dat zegt dat fase één de moeilijkheden zijn van de ontwikkeling, fase twee de ontwikkeling van de moeilijkheden en fase drie de verdeling van de winst in geval van faillissement.
|