Econoom Geert Noels schrijft, onder de titel ‘Noelsspeak’ maandelijks een column in De Tijd, waarin hij onomwonden zijn mening geeft over de stand van zaken in dit landje. De man is eerder een belgicist, maar blijft steeds positief in zijn beoordelingen. Reden waarom ik hem al meer dan eens heb geciteerd.
In De Tijd van dit weekeinde had Noels het over de debatcultuur in dit land, een praktijk die er vroeger was, maar tegenwoordig – volgens hem – niet veel meer voorstelt. Die verandering, schrijft hij, is er gekomen bij het aantreden van de regeringen Verhofstadt. Kritische stemmen waren niet meer welkom. Een kritisch geluid over bv het Zilverfonds, de sale-and-lease-back operaties, de ontmanteling van de pensioenfondsen, de begrotingstrucs of het opsmukken van de statistieken werd zeldzaam of onmogelijk. Dat wanbeleid haalde de buffers leeg die de regeringen Dehaene hadden opgebouwd. Volgens Verhofstadt waren die debatten te technisch, niet interessant genoeg of te gevoelig voor de Belgische mainstreammedia. Net zoals die buffers en de miljarden die ze bevatten, is Verhofstadt ondertussen van het Belgisch toneel verdwenen. Het zitje dat hij na de laatste gemeentelijke verkiezingen nog in Gent had gekregen heeft hij opgegeven. Zijn partij volgt echter nog altijd zijn links-liberale lijn en lijdt volgens Noels aan het virus van het groepsdenken. Na Corona zullen er echter andere uitdagingen blijven komen zoals klimaat, de begroting of het verbeteren van het onderwijs, domeinen waarin het groepsdenken overheerst van mensen die krampachtig vasthouden aan een falende Belgische beleidslijn.
Beter zou ik het niet kunnen zeggen, want het is zo ongeveer wat ikzelf in deze rubriek al jaren schrijf en waarvan ik overtuigd ben dat het hier niets zal veranderen zolang Vlaanderen zijn eigen boontjes niet kan doppen. Dat laatste schrijft Noels er niet bij.
|