µ
Open VLD is niet de enige partij die straks zal moeten rekening houden met haar achterban. De ondervoorzittersverkiezing bij de N-VA kon rekenen op ruime mediabelangstelling, ook vanwege ‘t ¨Pallieterke. Buiten de beoordeling van de zes kandidaten, deed mijn lijfblad ook een poging om eens achter de schermen te kijken en ondervroeg ze enkele partijleden over de stand van zaken. Daarbij kwam tot uiting dat er bij de N-VA nogal wat zijn die hun hart vasthouden.
De recente uitspraak van Bart De Wever dat hij nooit met het Vlaams Belang zal samenwerken en zelfs zou aftreden mocht zijn partij dat wél zou doen, heeft veel kwaad bloed gezet, ook bij zijn eigen achterban. Velen binnen de N–VA vragen zich af waarom dat nodig was. Iedere Vlaming met gezond verstand weet dat Vlaanderen in 2024 de kans van haar leven krijgt om eindelijk een eerste beslissende stap te zetten richting zelfbestuur en onafhankelijkheid. Wat daarvoor nodig is, is een Vlaamsnationale meerderheid van N-VA en VB in het eigen parlement. Volgens de laatste peilingen is dat nu ±45% . Ook bij de N-VA achterban beseft men dat het nu of nooit wordt. Die achterban vertolkt daarmee dezelfde wens die recentelijk ook geuit werd door de Vlaams Volksbeweging (VVB), zoals ik ook al melde in mijn blog van 30 januari (‘Het onvoltooide Vlaanderen’), die beide partijen vraagt niet langer elkaar te bestrijden. De gezamenlijke vijand zijn de traditionele partijen die het allemaal zover hebben laten komen. De extra stemmen die de V-partijen in 2024 zullen nodig hebben om een volstrekte meerderheid te halen in het Vlaamse parlement zijn niet degenen die ze van elkaar zouden kunnen afpakken, maar wel van de blauwe achterban, die zich bedrogen voelt door Lachaert en de CD&V-achterban van Vlaamse burgemeesters die voor hun eigen politieke overleven mogen gaan vrezen.
Buiten de kritiek op de uitspraak van De Wever, vindt een deel van de N-VA’ers dat ze meer hadden verwacht van de Vlaamse deelregering, waarbij een uitzondering wordt gemaakt voor Ben Weyts, die respect afdwingt voor zijn consequente houding t.o.v. het federale België en de andere deelstaten.
Ondertussen is bekend dat Lorin Parys vicevoorzitter blijft en de tweede benoeming naar Valerie Van Peel is gegaan. We kunnen alleen maar hopen dat zij niet alleen his master’s voice zullen vertegenwoordigen, maar ook hun oor te luisteren zullen leggen bij een achterban die het momenteel moeilijk heeft.
---
Ik kom ook even terug op de reactie van Jef Verrijcken i.v.m. de Kastelse politiek (mijn blog van gisteren ‘Van stuurboord naar overboord’)). Hij zal daarin wel gelijk hebben, zo goed volg ik die ook weer niet en schreef dan ook van horen zeggen. Ik blijf er wel bij dat het vanwege het lokale VB een amateuristische aanpak was om geen tweede kandidaat voor te dragen en ga ervan uit dat men het eventueel alleen zal gevraagd hebben aan de VB-leden. Had men het mij bv gevraagd zou ik toegestemd hebben, maar dan als onafhankelijke. Ik ben in mijn hele leven (ik werd zaterdag 81) nooit lid geweest van een politieke partij noch van een vakbond en zal dat ook niet meer worden. Ik hoop alleen op een Vlaamse coalitie in 2024 als conditio sine qua non tot een eerste stap voor het tot stand komen van een onafhankelijk Vlaanderen. Mét De Wever als het kan, zonder De Wever als het moet.
|