Wie bij de elektriciteitsmaatschappij Luminus werkt kan voortaan een deel van zijn stroomrekening door het bedrijf laten betalen. Het is de zoveelste vorm van flexibele verloning, naast de al bestaande zoals dat van de bedrijfswagen, extra vakantiedagen, maaltijden- of eurocheques, een telefoon of computer van het werk en ga zo maar door. Allemaal vormen van flexibele verloning waar de werknemers maar goed bij kunnen zijn.
Heel dat Belgische verloningssysteem heeft echter ook een keerzijde. Het is een alternatief voor een normale loonsverhoging, waarop het bedrijf een hogere belasting moet betalen. Als gevolg daarvan krijgt de staat dus minder geld binnen en moet ze daardoor – op welke manier ook – andere en/of hogere belastingen heffen. Op het einde van de rit is het dus de belastingbetaler die het kind van de rekening wordt, zeker in een land als België, waar belastingen en staatsschuld nu al zowat de hoogste zijn van Europa zijn.
Ikzelf heb gewerkt van mijn zestiende tot de voorlaatste werkdag van mijn vier en zestigste. Dus nog net geen 50 jaar. De laatste 27 daarvan was dat in Nederland waardoor ik een fatsoenlijk pensioen krijg. Van dat pensioen moet ik echter één derde afgeven aan de Belgische fiscus en dat terwijl ik in heel mijn leven geen enkele flexibele verloning heb gekregen van de soorten hierboven beschreven. Ergens is dat een onrechtvaardigheid.
Dat laatste begint men binnen de Belgische politiek nu ook stilaan te snappen. Reden waarom deze paarsgroen+ regering in haar regeerakkoord gesteld heeft dat er ook een financiële hervorming moet komen, dat het fiscaal stelsel dat we nu kennen eerlijker, eenvoudiger en rechtvaardiger zou moeten maken. CD&V’er ‘Vindt cent’ Van Peteghem, federaal minister zonder Financiën mag het eens proberen. Al bij al is zijn partij mede verantwoordelijk dat het allemaal zover is kunnen komen.
|