Over onze pensioenen is het laatste woord nog niet gezegd. Wie hier zijn hele leven officieel gewerkt heeft en veel heeft bijgedragen, krijgt in verhouding een eerder laag pensioen. Wie weinig heeft bijgedragen, moet niet wanhopen, want zal een pensioen krijgen dat in verhouding meer zal bedragen. Reden daarvoor zijn de mee tellende gelijkgestelde periodes zoals bv ziekte en werkloosheid, een soort basispensioen dat sommigen willen terugdraaien en anderen, zoals die Lalieux (PS), willen beschikbaar maken voor iedereen.
Er zijn landen vergelijkbaar met het onze, zoals bv Denemarken en Nederland waar men al zo’n basispensioen heeft. Et alors? Wel, het verschil met het onze is dat dat basispensioen daar maar ongeveer de helft is van het minimumpensioen dat men hier aan iedereen wil uitkeren. De voorwaarde daar is verder dat men er lang genoeg zal hebben gewoond en/of gewerkt. Bij dat lager basispensioen voor iedereen kan dan nog een bedrijfspensioen, een groepsverzekering of iets dergelijks gevoegd worden, maar ook daarvoor moet men een aantal jaren gewerkt hebben.
Tenslotte is een pensioenstelsel een contract tussen generaties dat alleen in stand kan worden gehouden als het betaalbaar blijft. Daar waar pensioenen betaald moeten worden uit lopende premieontvangsten, zoals bij ons, kan dat serieuze problemen opleveren bij grotere vergrijzingskosten, wanneer meer werknemers op pensioen gaan dan er nieuwe bijkomen.
|