In de weekeindeditie van De Tijd was het hoofdartikel (nog maar eens) gewijd aan de gender(on)gelijkheid. Er gaan steeds meer stemmen op om meer vrouwen te betrekken in de directiecomités van onze bedrijven. Daar is niets mis mee, maar men moet er ook niet mee overdrijven. De huidige structuur is inderdaad dat er wel eens te veel mannen en te weinig leidinggevende vrouwen zouden zijn in onze bedrijven. Dat is echter historisch gegroeid en kan zo maar niet van vandaag op morgen veranderd worden. Zo maar een man vervangen door een vrouw alleen o.w.v. het geslacht is belachelijk en geen garantie dat het beter wordt, hoogstens anders. Het aantal vrouwen in de bedrijven is de laatste decennia trouwens flink gegroeid tot en met de bestuursraden. Dat ze aan de top nog zeldzaam zijn, heeft te maken met de tijd van het doorgroeien.
Er zijn trouwens ook vrouwen die de kansen gekregen hebben en er niet veel van hebben terecht gebracht. Denk maar aan Angela Merkel en haar protégée Ursula von der Leyen, waarbij die laatste na twee mislukkingen als minister van Defensie in Duitsland erin slaagde eveneens een puinhoop te maken van de Europese vaccinatiestrategie. En dan hebben we het nog niet gehad over El Kaouakibi.
Feitelijk is de discussie over gender(on)gelijkheid hetzelfde verhaal als die over het klimaat, waarbij men ook een situatie die sinds lang aan de gang is, nu op een, twee, drie gewijzigd wil zien. Daardoor ontstaan er die zgz ‘woke’ toestanden, waarbij ‘woke’ staat voor wakker worden, maar dan in een extreme vorm van politieke correctheid die is komen overwaaien vanuit de States waar het een boost kreeg na het tot stand komen van Black Lives Matter (BLM), nota bene na de dood van een crimineel door overdadig politiegeweld. Zo werkt het echter niet en wordt het stilaan tijd dat men e.e.a. wat gaat relativeren.
|