De samenwerking van negen Noordzeelanden voor de uitbouw van een offshore-windcentrum lijkt me geen slecht idee voor de verdere ontwikkeling van de regio in het algemeen en voor Vlaanderen in het bijzonder. Zoals ik al een paar keer schreef, hebben wij (én Nederland) een hele reeks havens langs de Noordzee en wordt dat offshore-eiland, dat tenslotte een soort energiecentrale zal worden, een verdere troef voor de toekomst.
Net zoals bij de verdere ontwikkeling van de elektrische wagens en de overschakeling van fossiele naar milieuvriendelijkere energie zal het echter zijn tijd vragen. Het Prinses Elisabetheiland, dat de blikvanger van het project wordt, moet nog gebouwd worden. Daarvoor bestaat sinds vorig jaar al wel een contract tussen netbeheerder Elia en de Vlaamse baggergroepen Deme en Jan De Nul, wereldwijde specialisten ter zake, maar ook zij zullen moeten wachten tot de speciaal daarvoor bestemde installatieschepen klaar zullen zijn. Die worden nog gemaakt en dat kan enkele jaren duren.
Tenslotte zal ook in de toekomst de energieproductie door windmolens afhankelijk blijven van de wind en dus niet altijd even constant. Dat maakt dat kernenergie - in welke vorm ook - een blijver wordt en waterstof een energie voor de toekomst.
Die hele zaak zal wat kosten, maar als men dat op langere termijn moet zien en ze ondersteund wordt door liefst negen landen, moet dat mogelijk worden, zeker omdat het hier – buiten Frankrijk dan – niet gaat om Club-Med landen, maar van Noordwest Europa, waarbij Vlaanderen niet zou misstaan en als we er in slagen dit België te hervormen en/of af te schaffen.
Een probleem apart zou wel eens de veiligheid kunnen worden. Heel dat net zal constant gecontroleerd en beveiligd moeten worden. Ook dat zal geld kosten.
Wie leeft, zal zien.
|