De ‘Canon voor Vlaanderen’ is zo’n beetje de onderwijsversie van ‘Het Verhaal’ en net zoals dat verhaal worden er waarschijnlijk weinig leugens* in verteld, maar wordt er hier en daar ook wel iets ‘vergeten’. We zouden ons daar best niet te druk over maken. Al bij al zorgt het er wel voor dat de interesse voor onze geschiedenis groot blijft en dat daaruit blijkt dat Vlaanderen voor ons veel meer betekent dan het huidige België. Dat zie je ook aan de reacties van enkele belgicisten van het type Marc Reynebeau die daar giftig over doen, zoals hij dat doet over alles wat Vlaams en dus, volgens hem, niet Belgisch genoeg is. Reden, waarom ik de man normaal ook ‘Marc Reynebelg’ noem.
--
*Toch heb ik alvast één leugen ontdekt in ‘Het Verhaal’, daar waar men zegt dat de Paus in 1302 aan de kant van de Fransen zou gestaan hebben, wat niet waar blijkt te zijn. Zelf had ik vroeger op school geleerd dat de Paus ’s nachts uit zijn bed werd gehaald om hem het heuglijke nieuws van de Franse nederlaag te vertellen en hij God daarvoor dankte. Die versie wordt nu bevestigd in het boek ‘1302, het jaar van de mythe’ van Rolf Falter, helemaal geen flamingant (was ooit de speechschrijver van Verhofstadt!). Hierin schrijft Falter dat de paus – Bonifacius VIII - toen flink overhoop lag met de Franse koning en de Vlaamse gezant in Rome ook ’s nachts uit zijn bed liet halen om hem te zeggen dat de Vlamingen gewonnen hadden in Kortrijk. Waaruit ook duidelijk blijkt dat Vlaanderen toen, met een eigen gezant in Rome, waar de Paus meer macht had dan tegenwoordig, iets betekende in Europa. En, zoals dichter Anton van Duinkerken het ooit zegde, ‘zal het Vlaamse volk zowat het enige ter wereld blijven, dat altijd een grote toekomst zal hebben in zijn verleden’.
|