De belangrijkste reden waarom niemand gelooft dat België zijn schulden geregeld krijgt, ligt in het feit dat Vlaanderen, dat voor het gros van de centen daarvoor zorgt, federaal ondervertegenwoordigd is. Ondanks het feit dat het 60% van de Belgische bevolking vertegenwoordigt, krijgt het federaal slechts 50% van de politieke vertegenwoordiging en is het dus constant ondervertegenwoordigd. Dat begint al bij de federale regering die officieel 50/50 vertegenwoordigd is en dus in verhouding steeds meer Franstalige dan Vlaamse ministers telt. Dat gaat zo verder in de kabinetten en al wat er nog verder komt kijken. In zo’n staatsstructuur zal men de begroting – in de eerste plaats de uitgaven - nooit op orde krijgen. Dat probleem werd recentelijk al aangeklaagd door professor, Gert Peersman, macro-econoom en hoogleraar aan de UGent en zopas nog bevestigd door Bart Van Craeynest, hoofdeconoom bij VOKA, de organisatie van Vlaamse ondernemers en Kamers van Koophandel.
Volgens Peersman is de groei in dit land wel nog steeds hoger dan in de buurlanden, maar hebben we die groei zelf betaald door de automatische indexering (‘Only in Belgium’), die de koopkracht wel op peil houdt, maar die weegt op de competitiviteit van onze bedrijven, waardoor de inflatie verre van weg is.
Volgens Bart Van Craeynest is België op weg om tegen 2028 de hoogste overheidsuitgaven te hebben onder de industrielanden, de OESO, zeg maar. De laatste keer dat België een begroting in evenwicht had, was in 2007 en zelfs toen was dat niet normaal, maar het gevolg van de goocheltoeren van het duo Verhofstadt en Vande Lanotte, waardoor we nu nog steeds opgezadeld zitten met een stijging van de zgz primaire uitgaven aan bijna 10% van het Bruto Binnenlands Product (bbp), met zo’n 54 miljard euro aan extra overheidsuitgaven. Mede als gevolg daarvan dreigt de Europese Commissie er mee om één miljard van het Europees herstelfonds minder uit te keren, waardoor de schuld niet minder wordt.
In mijn vorige blog had ik het over het Brusselse dilemma, wat betekent dat het moet kiezen tussen twee alternatieven. Voor België wordt het een veelvoud van dilemma’s*, zoals lezer Jean terecht opmerkte. Een ‘plurilemma’, zeg maar (zelf gevonden!).
|