Topsport wordt steeds meer business, steeds minder sport, steeds meer centen, steeds minder interessant voor de toeschouwer. Het mooiste bewijs daarvan zijn de belachelijk hoge bedragen die gevraagd én betaald worden voor voetballers. Die gaan steeds meer de hoogte in, in zover dat nog slechts enkele clubs bepaalde spelers in hun rangen kunnen hebben. Het laatste voorbeeld was de aankoop van de Duitser Ballack door de Russische multi-miljardair Abramovski, die al hopen geld heeft gepompt in de Londense club Chelsea, waardoor de andere Engelse teams nu al weten dat ze volgend jaar alleen maar voor de tweede plaats zullen spelen. Als gevolg van dat criminele opbod is het dan ook geen verrassing dat er hier en daar schandalen aan het licht komen. We hebben het in onze competitie meegemaakt met de affaire van de gok-Chinees, maar waarschijnlijk wordt het veel erger in Italië, waar grote clubs als Juventus en A.C.Milan wel eens mee in de affaires zouden kunnen betrokken worden. Ook in Nederland loopt er momenteel een onderzoek en het zal op heel wat andere plaatsen niet veel beter zijn. In de Formula Uno had Renault vorig jaar de jarenlange heerschappij van Ferrari doorbroken. Het won het wereldkampioenschap met een betere wagen en een jonge, nieuwe kampioen, Fernando Alonso. Dit seizoen is Alonso bezig die titel te herhalen, maar toch was Ferrari terug aan het komen en gaf de vroegere wereldkampioen, Michael Schumacher, zich nog niet gewonnen. In de zopas gereden race van Monaco was er nu een dispuut tijdens de testritten, waardoor Schumacher, die de pole position had gewonnen, gedeclasseerd werd en op de laatste plaats moest vertrekken. In Monaco, met zijn smalle straten, betekent dit dat men de zege meteen mag vergeten. In dit geval echter niet alleen de zege, maar ook de interesse voor de rest van het kampioenschap. Ongeacht het feit of men gelijk of ongelijk had, door Schumacher uit te sluiten van de mogelijkheid nog te winnen, is de spanning voor de rest van het seizoen er helemaal uit en kan men best naar iets anders gaan kijken. Of, hoe men een competitie om zeep helpt. In het wielrennen is het nog veel erger. Daar is een zoveelste dopingschandaal uitgelekt, ditmaal in Spanje. Het gaat om een bloeddoping, waarbij wel eens enkele grote namen zouden kunnen vallen en het daarmee niet eens zeker is dat alle favorieten op de Tourzege er dit jaar zullen kunnen vertrekken. Maar ook zonder dit schandaal gebeuren er tegenwoordig in de wielrennerij allerlei zaken die het sportgehalte van deze discipline geen goed doen. In de Giro werd de zege van minstens drie ritten weggegeven. Tweemaal door roze trui Basso aan Piepoli, eenmaal (en zeer theatraal) door Jens Voigt aan Garate. Zoiets is vervalsing van de competitie. In de Ronde van België, tenslotte, waar - buiten Quick.Step - zowat janneke en mieke meereden, konden de profs het niet halen tegen een onbekende, Friese mountain-biker, terwijl cyclocrosser Sven Nijs met de besten voorop bleef en tenslotte zelfs nog achtste eindigde. Voor de sportliefhebber zijn het zware tijden, want hij weet niet meer of hij erin geluisd wordt of niet. Misschien brengt Roland Garros wat soelaas. Het gaat ook daar om veel geld, maar misschien is de competiviteit er wat eerlijker. Misschien, zeg ik.