"De tijd verslindt de steden, geen tronen blijven staan", luidt de tweede strofe van ons Vlaams volkslied. Koning Albert heeft dat volkslied, in een onbewaakt ogenblik, ooit meegezongen, maar dan alleen de eerste strofe. Het koningshuis is nl bang geworden van de Vlamingen, die "omfloerste" separatisten, zoals Albert dat nog niet zolang geleden heeft gezegd. Sindsdien heeft hij alleen nog maar meer volksgenoten in het harnas gejaagd en houdt hij zich tegenwoordig erg op de vlakte. Dat geldt ook voor zijn mannelijke nakomelingen. Met Philippe is men al blij dat hij niéts meer zegt, of toch zo weinig mogelijk. De troonopvolger wordt gewoon niet voor vol aanzien. Broer Laurent is een zonderling, waarover alleen Gaia zich af en toe kan verheugen. Zelf is hij een logeman (een van de redenen waarom koning Boudewijn hem voor het koningschap heeft uitgesloten door ook vrouwen het opvolgingsrecht te geven). Bij zijn eerste kind wou hij een moslim als peter. Van zijn tweeling, die nu zo'n zes maanden oud is, moet de eerste foto nog vertoond worden. Van de mannelijke Coburgers verwacht de machinerie achter het Hof dus weinig goeds. Dan maar het geheim wapen inschakelen. Dat heet Paola di Ruffo di Calabria, die ooit tijdens een Romeins studentenfeest een Belgische prins aan de haak kon slaan en er, na veel hoogten en nog meer laagten, nog steeds mee getrouwd is. Buiten de problemen die ze met elkaar hadden, had Paola er ook nog een met het land waarvan ze prinses werd: ze weigerde nl de taal van de meerderheid te (leren) spreken. Na vijftig jaar en twee paarse regeringen heeft ze daar toch een eind aan gemaakt en is ze die boerentaal dan toch gaan bestuderen. Het resultaat is dat ze iets spreekt dat er op trekt. Vlamingen, zeker die van het correcte type, zijn echter in de meerderheid lamme goedzakken en wát blij dat ze nu een koningin hebben die al na vijftig jaar hun taal is gaan leren. Weshalve de nationale omroep het met de hofhouding op een akkoordje kon gooien om eens een blitse reportage van dat fenomeen te maken, tot meerdere heil en glorie van vorst en vaderland. De reportage, aan elkaar gepraat door Jan Becaus, een van de weinige niet-socialisten van de Vuur Rode TV, was één en al spontaneïteit, zegt de VRT althans. Jan mocht wel geen rechtstreeks interview afnemen waardoor we haar algemene kennis van het land en de wereld en de beheersing van onze taal hadden kunnen afmeten. Het werden in totaal drie gesprekjes in de drie landstalen : Frans, een soort Nederlands en Italiaans. Nu zullen koppigaards zeggen dat Italiaans hier geen landstaal is. Wel, niet voor u en mij, wel voor Paola. Men kan die spontane dame toch niet vragen nu ook nog Duits te gaan leren, cette langue de boches! Om op die gesprekjes terug te komen, die waren van voor naar achteren helemaal voorbereid. Zowel vragen als antwoorden werden op voorhand ingestudeerd en op script gezet. Ge ziet: de spontaneïteit droop er zo af! Tenslotte nog dit: om dat programma zeker vlot te kunnen opnemen, trok men daarvoor naar Venetië, het vaderland van Ruffo di Calabria, om er toch maar zeker van te zijn dat mevrouw zich op haar gemak zou voelen. Stel je voor dat ze zo'n reportage hier zou moeten hebben ondergaan, in een stad omgeven door flamands. Ze had het kunnen besterven! Enfin de royal- en roddelblaadjes zullen zich weer de vingers kunnen aflikken van de koninklijke stroop die er werd uitgesmeerd. Of dat er allemaal zal toe bijdragen om dit land aan mekaar te houden, valt erg te betwijfelen. L'Union ne fait plus la force, l'union fait la farce.