Van onze Franstalige landgenoten zijn we nu zo stilaan wel gewend geraakt, dat zij het geen probleem vinden de wetten, die ze zelf mee hebben goedgekeurd, naast zich neerleggen als ze vinden dat ze niet, of niet genoeg, in hun voordeel zijn. Een klassiek voorbeeld daarvan was de ruil Komen/Moeskroen tegen de Voerstreek. Eens dat akkoord gesloten, werd vanuit Waalse kant hemel en aarde bewogen om de Voerstreek terug bij Wallonië te krijgen. Ook van het subsidiëren van het ene Vlaamse schooltje in Komen, alhoewel ook overeengekomen, kwam niets in huis. Dat is nu nog zo, terwijl in de Voerstreek ook nog steeds geen einde gekomen is aan de Waalse agitatie. Zeker nu ex-bendeleider José Happart door zijn eigen PS-partij op een politiek zijspoor is gezet, heeft de man weer tijd zat om zich weer te roeren. In 2001 werd onder de regering Verhofstadt II het Lambermontakkoord gesloten, zeg maar: de tot nu toe laatste staatshervorming. Die kwam er vooral omdat de Walen dringend geld nodig hadden om hun duur (en slecht) onderwijs te kunnen betalen. Eén van de troostprijzen die Vlaanderen kreeg, was de plantentuin van Meise. Meise ligt wel in Vlaanderen, maar die tuin was tot dan toen federaal eigendom en dus van heel het land. Eens de centen voor het onderwijs binnengehaald, begonnen de francofonen allerlei problemen te maken om te vermijden dat de tuin overgeheveld werd naar de Vlaamse gemeenschap. Dat is tot op heden trouwens nog steeds niet gebeurd, acht jaar na de Lambermontakkoorden! Wat wél gebeurd is, is een soort virtueel akkoord, dat einde 2008 (onder Van Rompuy,dus) is gesloten en waarin o.m. bepaald is, dat de plantencollectie zelf federaal blijft, dat de Franstalige wetenschappers er altijd onderzoek zouden kunnen blijven doen en dat de nieuwe aanwinsten eigendom zouden worden van de Vlaamse gemeenschap. Ondertussen stond de tuin te verkommeren, in zoverre dat de Vlaamse regering besliste er toch geld in te steken om het glazen dak van meer dan 8.000 m² te vernieuwen. Die operatie is sinds gisteren voltooid en kostte in totaal 5,2 miljoen euro, wel verspreid over tien jaar. Naar aloude slechte Belgische gewoonte werd de financiering grotendeels afgerond door Vlaanderen, met 60% en de federale regering met 40% van de kosten. Als we er echter van uitgaan dat Vlaanderen ook minstens 60% van die federale steun mag betalen, kost alleen dat dak Vlaanderen nu zo'n kleine 4 miljoen, terwijl de rest van het land misschien ooit de rest zal betalen. Vooral van Brussel, dat vlakbij Meise ligt en er in theorie het meeste van zou kunnen profiteren, moet niet verwacht worden dat er één cent zal komen. Hoe staat dat weer in onze grondwet: "Alle Belgen zijn gelijk voor de wet"?