We naderen eind augustus, de periode van de Vlaamse bedevaarten. Bedevaarten, meervoud, want sinds 2002 zijn er twee. Toen scheidde de rechtervleugel van de Vlaamse Beweging zich af van de oorspronkelijke IJzerbedevaart, nadat deze laatste gekaapt was door de zoetwaterflaminganten van de Volksunie. Dat was één van de beloningen die de partij kreeg van de toenmalige federale regering waarvan ze deel uitmaakte, nadat ze haar Vlaamse principes overboord had gegooid en Hugo Schiltz o.m. "Leve België" had geroepen. De weinige echt overtuigde Vlamingen die in het bestuur van het IJzerbedevaartcomité zaten, werden vakkundig weggepest. De enkelingen, die er nu nog in zitten en het label "Vlaams" dragen, zijn eerder de gebruikelijke nuttige idioten. Ondertussen blijft de modale Vlaamsgezinde weg uit de klassieke bedevaart. Daar waar ooit vijftigduizend en meer bedevaarders op af kwamen, bleven er vorig jaar nog zo'n 2.500 over en moest men met lede ogen aanzien, dat er meer mensen naar de IJzerwake in Steenstrate gingen. Ondertussen had men al enkele multiculturele spektakels op poten gezet, zoals o.m. het "Ten Vrede" festival. Waarschijnlijk is daaruit het idee gegroeid om de IJzerbedevaart om te bouwen tot een soort massaspektakel, dat meer en meer het uitzicht krijgt van een soort pretpark. De weinige brave, overtuigde Vlamingen die nog naar Diksmuide komen, krijgen hun mis, vlaggenhulde en Vlaamse voorzitterstoespraak. Wie daaraan niet meer mee wil doen, kan een herdenkingsparcours volgen van plaatsen uit de Eerste Wereldoorlog, allerhande optredens meemaken, een boottocht maken of naar een fanfare luisteren. De vraag zal dit jaar niet zijn of er in Diksmuide meer bedevaarders zullen zijn dan vorig jaar, omdat een groot deel van de bezoekers niet meer als bedevaarders geklasseerd kan worden, maar eerder als loslopend spul. De echte Vlaamsgezinden zullen weer naar Steenstrate trekken, waar niet de multicul, maar het "Vlaanderen eerst" het belangrijkste blijft. Officieel Vlaanderen zal in Steenstrate (weer) niet te zien zijn, maar daaraan zijn we, jammer genoeg, al gewend geraakt.