Het was me bijna niet opgevallen, maar recentelijk was er nog eens een politieke opiniepeiling. Misschien bijna gemist omdat het een eerder francofone peiling was (van La Libre Belgique en de RTBF), maar ook o.w.v. de discussies over dat Verhaal van Vlaanderen en de woelige internationale situatie waarin we zijn terechtgekomen.
De peiling ter zake bracht trouwens niet veel ophefmakend nieuws. Het Vlaams Belang blijft vooruit gaan in Vlaanderen en de Parti des ‘Travailleurs’ Belges (haakjes van mij!) in Wallonië. M.a.w. voor zover men dat nog niet zou beseffen: Vlaanderen schuift verder op naar rechts, Wallonië naar links. En dat cd&v tegenwoordig met kleine letters wordt geschreven is misschien toeval, maar het past bij een steeds kleiner wordende partij. ‘Verlosser’ Mahdi doet zijn best, maar slaagt er niet in de partij op spoor te krijgen. De man meent het wel goed, maar lijkt me politiek niet leep genoeg en zijn initiatieven hebben tot nu toe weinig opgebracht. Na de deelname aan de huidige federale regering, waarin men ze mathematische niet eens nodig had, wordt het bijna logisch dat cd&v na de volgende verkiezingen helemaal overbodig zal worden.
Als Vlaanderen er in 2024 op vooruit wil gaan, zal er weinig meer op zitten dan verder de rechtse kaart te trekken en ervoor te zorgen zo sterk mogelijk voor de dag te komen in eventuele onderhandelingen met de francofonen, die er hoe dan ook zullen komen.
Een week krokusvakantie en weinig politiek nieuws te rapen. Gelukkig is er nog Het Verhaal van Vlaanderen, waarbij mijn blog ter zake van 21 dezer toch weer opdook in de brievenrubriek van ’t Pallieterke. De 14de keer dat dit reeds gebeurt sinds begin mei vorig jaar en daar ben ik niet rouwig om. Al bij al bereik ik zo toch een ruimer lezerspubliek
In ’t Pallieterke zelf schreef ook oud-hoofdredacteur Karl Van Camp erover en zijn oordeel verschilde niet veel van het mijne, nl dat er in dat verhaal van Tom Waes wat té veel ‘vergeten’ wordt.
’t Pallieterke heeft een hele metamorfose meegemaakt. Het blad is verhuisd, van Antwerpen naar Grimbergen, is ruimer geworden, ook commerciëler en professioneler, zeg maar. Mijns inziens wel iets minder Pallieter. De laatste twee weken mis ik trouwens de columns van Jurgen Ceder, waarvan ik hoop dat die alleen maar met vakantie is. Wat mij eerder dwars zit is, dat men ook bij ’t Pallieterke blijft geloven dat de volgende Vlaamse regering zal bestaan uit een basis van N-VA en de partij van ons mateke, waarbij dan waarschijnlijk de Open VLD nog kan komen. Ik hoop dat ze tijdig zullen snappen dat dit geen oplossing is, maar een voortzetting van de impasse die we met de regering Pasbon meemaken, waarvan ’t Pallieterke zelf zegt dat ze ‘klinisch dood’ is.
Die hoop deed me denken aan een gedichtje uit mijn studententijd:
Na het verhaal over de Vlaamse kunstenaars en schrijvers die weinig of niet vermeld werden in Het Verhaal van Vlaanderen’, dacht ik terug aan die andere naam die in geen enkel geschiedenisboek over Vlaanderen wordt vermeld: Ludwig ‘Van’ Beethoven. Die had Vlaamse of – juister gezegd – Vlaams-Brabantse roots. Hij was de achterkleinzoon van een bakker uit Mechelen. Ludwigs grootvader, Louis, een zoon van die bakker, haalde een diploma aan het conservatorium van Mechelen en maakte een muzikale carrière die, via een ommetje langs Leuven en Luik, in Bonn eindigde als Kapellmeister van het keurvorstendom Keulen, dat toen toebehoorde aan de Habsburgers en waar rond Beethovens tijd de jongste broer van Keizer Jozef II keurvorst werd. Dat was de reden waarom Van Beethoven in Wenen geraakte. Ludwigs vader Jean huwde in Bonn een Duitstalige (geen Duitse, de Duitse nationaliteit bestond toen nog niet, evenmin als de Belgische) en uit dat huwelijk werd Ludwig geboren, die wel in het Duits werd opgevoed, maar geen Duitser was. De ‘Van’ in zijn achternaam bevestigt dat.
Zijn moedertaal kreeg Van Beethoven letterlijk van zijn moeder, maar zijn geniale muzikaliteit, die meestal in één adem vermeld wordt met die van Bach en Mozart, kreeg hij van zijn Vlaams-Brabantse vader en vooral van zijn grootvader. Ludwig ‘Van’ Beethoven is zo ook (een beetje) van ons.
Zoals ik reeds meldde in mijn vorige blog, loopt ‘Het Verhaal van Vlaanderen’ niet lekker. De makers ervan lijken schrik te hebben van hun eigen schaduw. Tot 1830 ging het nog, al werden ook toen al ettelijke Vlamingen en Vlaamse toestanden over het hoofd gezien. Eens België in het verhaal kwam, werd het alleen maar erger.
We wisten al dat men Jan Breydel vergeten was, keizer Karel en zelfs de slag bij Waterloo, wat al een eerste teken aan de wand leek om onze francofonen niet voor het hoofd te stoten. Van al onze wereldberoemde kunstschilders (We hadden, na de Italianen, de beste schilders van de wereld!), kregen alleen – als ik me niet vergis – de gebroeders Van Eyck een vermelding. Geen spoor van Memling, Rubens, Van Dijck en andere Brueghels. Allemaal schilders wier werken vandaag de dag nog steeds voor miljoenen dollars en euro’s verkocht worden.
Ook helemaal niets over de ‘Belgische’ schrijvers die toen in het Frans schreven en – op Simenon na – allemaal Vlamingen waren: De Ghelderode, Verhaeghe, Georges Roodenbach en zeker Gentenaar Maurice Maeterlinck, de enige Belg die ooit de Nobelprijs voor literatuur kreeg en waarvan een van zijn werken (‘Péleas et Melissande’) enkele keren tot een opera verwerkt werd door o.m. niemand minder dan Claude Debussy. Van het boek ‘Bruges-la- morte’ van Georges Roodenbach werd de opera ‘Die Totenstadt’ gemaakt door Wolfgang Korngold, die later een Oscar kreeg voor zijn muziekcarrière in de film, waarin hij het Leidmotiv introduceerde.
Over wie ook bijna geen woord werd vuil gemaakt was Willem I, die na de slag bij Waterloo de Nederlanden herenigde. Dat werd hem niet in dank afgenomen, omdat de katholieke, overwegend Franstalige burgerij geen protestantse vorst wou die een einde zou kunnen maken aan de verfransing van onderwijs en administratie. Dat diezelfde Willem I een vooruitstrevende economische politiek voerde, o.m. de Generale Maatschappij oprichtte én de Gentse haven creëerde door de aanleg van het kanaal Gent-Terneuzen, deed er niets toe.
Kortom, allemaal mensen die, veel meer dan vadertje Anseele, een vermelding waard waren, maar waarschijnlijk niet de ‘juiste’ politieke overtuiging hadden,
We kunnen alleen maar hopen dat de laatste twee afleveringen van het Verhaal van Vlaanderen geen verder Verhaal van België wordt. Anders zullen we dichter Anton Van Duinkerken moeten gelijk geven, toen die ooit schreef dat ‘Het Vlaamse volk het enige ter wereld is, dat altijd een grote toekomst zal hebben in het verleden’.
Zoals enkele lezers al eerder gevreesd hadden, is Het Verhaal van Vlaanderen stilaan Het Verhaal van België aan het worden. Wat Tom Waes ons zondagavond in zijn achtste aflevering liet zien, ging in de eerste plaats over België, niet over Vlaanderen. Het officiële België moest francofoon zijn en dat gold in de eerste plaats voor wie de staat en de nieuwe industrieën beheerde. Het zou duren tot rond 1890 vóór het Nederlands als officiële taal werd erkend en dit ondanks het feit dat de Vlamingen steeds de meerderheid van het land uitmaakten. De generatie van mijn ouders kon het middelbaar alleen in het Frans doen en mocht zelfs op de speelplaats – in Vlaanderen, nota bene - geen Vlaams spreken. Dat onze Nederlandse taal in Vlaanderen niet verdween, kwam omdat het Belgische establishment vergat ook het lager onderwijs te verfransen. De toen ook al hardwerkende Vlamingen mochten zich niet alleen uitsloven in de nieuwe industrieën (wat in de aflevering verteld werd), maar ook in de Waalse mijnen (wat niét verteld werd). En waar waren Guido Gezelle, en Albrecht Roodenbach met zijn Blauwvoet, de Vlaams-katholieke studentenbeweging? Niet socialistisch genoeg?
Ook wat ‘Onze Kongo’ betreft, was het al Frans wat daar de klok sloeg, zeker onder het bewind van Leopold II die Kongo als zijn persoonlijk bezit beschouwde. De meeste wreedheden die er hebben plaats gevonden, waren uit de eerste periode van de rubberoogsten. Toen de Belgische Staat het Afrikaanse land van Leopold II overnam, was het daar nog niet meteen een hemel op aarde, verre van zelfs, maar wel iets menselijker. Maar Vlaanderen had daar weinig of niets mee te maken. Men moet ons daarvoor geen schuldgevoel aanpraten, want ook daarna werd Kongo bijna uitsluitend bestuurd vanuit francofoon België. De Vlamingen waren er alleen welkom als missionarissen en om straks misschien de rekening te betalen, maar speelden geen rol van betekenis in de kolonisatie. ‘Flamand’ was er zelfs een scheldwoord...
‘Wij zullen moeten bewijzen dat wat we zelf doen, beter doen’, zei Gaston Geens, de allereerste Vlaamse minister-president, toen nog ‘voorzitter’ genoemd. De huidige Vlaamse regering schijnt dat vergeten te zijn, reden waarom ik ze al een tijdje de ‘regering Pasbon’ noem.
Dat die deelregering het niet goed zou doen, stond in de sterren geschreven, toen ze werd samengesteld uit drie partijen, waarvan er twee ook deel uitmaakten van de federale Belgische regering. Het lijkt er nu ook steeds meer op dat ze niets serieus geregeld krijgt.
Het laatste voorbeeld is het stikstofakkoord, dat men er in elk geval wou hebben vóٕór de Krokusvakantie. Niet dus, zelfs niet nadat Pasbon er de drie partijvoorzitters – die het Vlaams regeerakkoord onderhandeld hadden - had bijgehaald.
De Vlaamse regering slaagt er maar niet in het verschil te maken met de federale, die – nota bene – uit 7 partijen bestaat, meer dan het dubbele. Met partijen die zowel in de ene als in de andere regering zitten en andere in de oppositie zal men nooit iets fatsoenlijk opgelost krijgen. Tijd om ook daar iets aan te veranderen bij de verkiezingen van volgend jaar.
In een interview in ’t Pallieterke van 16 dezer, laat Jean-Marie Dedecker zich ontvallen dat hij een hekel heeft aan de huidige Belgische politiek, die hij een politiek van idioten vindt. Als voorbeeld geeft hij de Groenen, die eerst een kernuitstap willen, om daarna miljarden op tafel te leggen om de bestaande kerncentrales open te houden. Hij vindt het, om het met zijn eigen woorden te zeggen: ‘redeloos, reddeloos en radeloos’. Zo erg, dat hij bijna goesting krijgt om weer een eigen politieke partij op te richten. Dat laatste is m.i. geen goed idee. Ik betwijfel niet dat ‘Deckerken’ - en misschien wel enkele van zijn partijgenoten - zou verkozen worden, maar het zou leiden tot een nog grotere politieke versnippering dan degene die we al nu kennen. Hij – en anderen zoals bv Dries Van Langenhove – kunnen m.i. best blijven meedraaien als onafhankelijken binnen de Vlaamsnationale partijen, maar een eigen partij zou de Vlaamse Zaak alleen maar bemoeilijken.
Wat we straks nodig hebben, is meer Vlaamse eendracht, meer samenwerking, zoals Pieter Deconinck het stelde in 1302. Toen konden de Vlamingen alleen winnen omdat ze samenwerkten. ‘Weg de Lachaerts, weg de lauwaards’, om het ‘Lied der Vlaamse Zonen’ te parafrazeren.
Bovenstaand riedeltje uit de jaren stilletjes blijft redelijk seksistisch, maar bevat toch een grond van waarheid, in de politiek althans. Nadat de zeer succesvolle vrouwelijke premier van Nieuw-Zeeland er de brui aan gegeven had omdat ze zei het niet meer aan te kunnen, heeft de eveneens succesvolle première van Schotland hetzelfde gedaan om dezelfde reden. We maakten het bij ons ook mee – zij het op een ander niveau – met Meryame Kitir.
Men kan er alleen maar zijn petje voor afnemen dat deze dames beseften dat ze op een gegeven ogenblik boven hun competentieniveau zaten (het fameuze ‘Peter Principe’) en besloten dat er in het leven nog iets anders is dan alleen maar politiek. Mannen van middelbare leeftijd, die boven dat niveau zitten, zullen in de politiek niet zo snel afhaken. Die blijven maar aanmodderen, tot ze bij een volgende verkiezing eruit gestemd worden. In de democratische landen althans, wel te verstaan. In totalitaire staten blijft het voor hen een ‘Win for live’.
---
In de marge van bovenstaande, nog dit: Giorgia Meloni blijft het wél goed doen in Italië. Bij recente regionale verkiezingen won ‘Fratelli d’ Italia’, haar uiterst rechtse partij, de verkiezingen in Lombardije (Milaan) en Lazio (Rome), zowat de belangrijkste regio’s van het land. In Lazio onttroonde zij een centrumlinkse coalitie die er 10 jaar aan de macht was.
Bij de aardbevingen in Turkije vraagt menigeen zich af waar dat Turkse leger bleef. Dat zou nl het grootste van de NAVO zijn na het Amerikaanse en heeft steeds een traditie gehad van in te grijpen als het in Turkije fout leek te gaan. Wel, dat Turks leger is ook niet meer wat het geweest is. Sinds de mislukte staatsgreep van 2016, die ze zelf zou gepland hebben – maar ook Erdogan zou dat kunnen gedaan hebben - zijn de gelederen er door diezelfde Erdogan grondig gezuiverd. Honderden vonden er de dood, 77.000 werden er gearresteerd, 125.000 verloren hun job in de ambtenarij en het onderwijs en 24.000 werden uit het leger ontslagen. De oppositie werd zo goed als monddood gemaakt en Erdogan heeft voor drie maanden de noodtoestand uitgeroepen. Zijn volgende slachtoffers worden waarschijnlijk de bouwpromotoren die niet verantwoordelijk zijn voor de aardbevingen zelf, maar waarschijnlijk wel voor de desastreuze gevolgen voor de bewoners. Als dat zo blijkt, zijn echter niet alleen zij, maar ook de instanties die de bouwtoelatingen gaven verantwoordelijk en dan komen we weer terecht bij Erdogan en zijn partij. En zo’n land als Turkije zou lid van de E.U. kunnen worden?
Iedereen die schoolgaande kinderen heeft of gehad heeft, heeft het wel eens meegemaakt dat het soms moeilijk kan zijn – zowel voor de kinderen als de ouders – te beslissen welke schoolrichting te kiezen na het lager onderwijs. Elk jaar zijn er zo’n 18.000 leerlingen die van studierichting veranderen nadat gebleken was dat hun eerste keuze niet de juiste was. Om daaraan iets te doen, bestaan er hier en daar al initiatieven om de kinderen beter in te lichten. Daar bovenop komt nu een initiatief van VOKA (Vlaamse Ondernemers en Kamers van Koophandel, het vroegere VEV) met een experiment dat al enkele jaren loopt in Oostenrijk en daar zeer succesvol blijkt. Kandidaten worden er getest op taal, wiskunde, technisch inzicht, fijne motoriek en ruimtelijk inzicht. Na soms tot 45 uur te zijn getest, krijgen de leerlingen een talentrapport met carrièreadvies.
Na de paasvakantie kunnen de eerste leerlingen ook hier hun talenten en interesses testen in het Vlaams talentcentrum in Technopolis in Mechelen. Als dat lukt, gaat VOKA het ook elders in Vlaanderen doen.
Het grote verschil met de reeds bestaande testen is, dat de Oostenrijkse niet alleen op computer worden gemaakt - we worden al genoeg om de oren geslagen met AI, chatbot en consoorten - maar ook op handmatige en technische vaardigheden, zodat ze zelf kunnen uitmaken wat hen het beste ligt.
Er heerst al enkele weken grote zenuwachtigheid in de Paarsgroen+ regering o.w.v. de pensioenhervorming. Als die er nl straks niet komt, riskeert onze nu al failliete federale coalitie nl meer dan 800 miljoen euro relancegeld van de EU niet te krijgen. De effectieve pensioenleeftijd is België is 60 jaar, lager dan in de meeste buurlanden. Dat zou op zich nog niet zo erg zijn, ware het niet dat men nu reeds weet dat de pensioenuitgaven tegen 2050 tot 13,5% van het bruto binnenlands product (bbp) zal uitmaken. Dat is hoger dan in diezelfde buurlanden en straks niet meer te betalen.
Om dat te vermijden moeten er meer mensen aan het werk gehouden worden en moet het mes gezet worden in uitzonderingsregimes waarin dit land zo bedreven is.
Wat de regering van Crootje, onder druk van de PS, tot dusver gedaan heeft, is ongeveer het tegenovergestelde. Ze heeft de minimumpensioenen opgetrokken zonder daar veel voorwaarden tegenover te stellen. Het voorstel van minister van Pensioenen Karine Lalieux (PS) om bedrijven te beboeten als ze niet méér 60-plussers aan het werk houden, is een lachertje. Het past helemaal in het verhaal over de ‘mop’ van haar voorzitter Magnette.
---
Wat dat mopje van Magnette betreft herhaal ik even het verhaal van die mop uit de jaren 1960.
Toen men in de jaren 1960 de autosnelweg Antwerpen – Luik aanlegde, kwamen de werken op een gegeven dag voorbij de taalgrens. De dag daarop stond er aan Waalse kant een groot plakkaat met daarop in even grote letters: ‘Ici on parle le français’. De volgende dag stond er ook zo’n plakkaat aan de Vlaamse kant, met daarop: ‘Hier wordt gewerkt’...
De zevende aflevering van ‘Het Verhaal’ ging over de periode na de Bourgondiërs tot 1830, het ontstaan van België. Het waren geen leuke tijden. Onze streken werden achtereenvolgens bezet door de Spanjaarden, de Oostenrijkers, de Fransen en tenslotte zelfs geannexeerd door de Nederlanders, waardoor de Nederlanden weer (even) één werden. Dat gebeurde na de slag bij Waterloo, die – merkwaardig genoeg – niet vermeld werd. Mijn kritiek dat men in Het Verhaal wel geen leugens vertelt, maar niet alles zegt, sluit daar naadloos bij aan. In 2015 werd de 200ste verjaardag van die slag hier bij ons nog officieel herdacht met o.m. een speciale penning.
Nieuw in die sombere tijden – en misschien juist daarom – was, dat de bevolking zelf er zich mee ging bemoeien. Er was de Boerenkrijg, waarbij in de aflevering ook weer geen namen werden vermeld; geen Rollier, Corbeel en andere Van Gansen, en de Brabantse Omwenteling waarbij wél namen werden vermeld: Vonck en Van der Noot. Geen van die twee opstanden was een succes, al diende de Brabantse Omwenteling wel als voorbeeld voor wat zich in 1830 in Brussel zou afspelen bij de vertoning van de opera ‘De Stomme van Portici’. Ze zorgde zelfs voor de kleuren van de nieuwe vlag: rood, geel en zwart
En zo arriveert ‘Het Verhaal’ bij het ontstaan van het toen officieel Franstalige België en dit ondanks het feit dat ook toen de bevolking overwegend uit Nederlandssprekenden bestond. Zo’n land zou later nooit meer uitgevonden worden, zoals we ondertussen weten. Hoe ‘Het Verhaal’ dat gaat verkopen zien we volgende zondag!
Over die zgz ‘mop’ van Magnette in Dag Allemaal, ‘dat de Vlamingen het hard werken in hun genen hebben en de Walen eerder levensgenieters zijn ‘, is het laatste woord nog niet gevallen. Dat bleek nog maar eens uit het debat dat gehouden werd in hotel De Basiliek in Edegem onder de auspiciën van de Debatclub. Debatters van dienst waren de economen Lode Vereeck (ex-LDD en co-auteur met Barbara Pas van het boek ‘Bodemloos’) en Rudy Aernoudt (achtereenvolgens hoofdeconoom bij de Europese Commissie en kabinetschef van zowel Waals minister van economie Serge Kubla als van federaal en later Vlaams minister van economie Fientje Moerman). Thema: de Transfers.
Volgens Aernoudt zijn de Walen niet lui, maar hebben ze door het huidig systeem geen ‘goesting’ om te werken. Vereeck daarentegen zegt dar de transfers niet de oplossing van de Waalse economische achterstand zijn , maar de oorzaak ervan.
De waarheid zal wel ergens in het midden liggen, De oorzaken zijn veelvoudig: de mislukte industriële conversie van de Waalse steenkoolmijnen en staalfabrieken, het slechte (PS) beleid, met als gevolg daarvan het gebrek aan rotatie van de macht en het politiek cliëntelisme in Wallonië, waarbij alles wordt uitgedeeld, niet geïnvesteerd. Het eindresultaat blijft echter hetzelfde: de Waalse werkzaamheidsgraad zal er niet door stijgen en de 80% die door Europa wordt vooropgesteld tegen 2023 en al in enkele buurlanden en zelfs in enkele Vlaamse regio’s werd gehaald, zal in Wallonië wel een fata morgana blijven.
---
En dan nog een paar echte moppen:
- weet je waarvoor PS staat? - ‘Partij van de Siësta’
- De Waalse tegenhanger van De Lijn heet de TEC – ‘Transport En Congé’