In Italië en erbuiten (misschien zelfs meer
erbuiten dan in Italië zelf) is er nogal wat te doen om de mogelijke politieke terugkeer
van Berlusconi. De man was zo goed als afgeschreven, nadat zijn centrumrechtse
regering in november vorig jaar viel en il Cavaliere* plaats maakte voor een
regering van technocraten onder leiding van Mario Monti. Hij blijkt echter
negen levens te hebben en is aardig op weg om een serieuze comeback te maken.
Daarvoor schuwt hij de meest controversiële tactieken niet. Alhoewel van huis
uit geen politicus, heeft hij het laatste decennium klaarblijkelijk teveel van
de macht genoten om er nu zomaar mee te stoppen (hij was de eerste premier die
er in slaagde een Italiaanse regering na de Tweede Wereldoorlog de volledige
termijn te laten uitdoen). En zijn
terugkeer lijkt menens.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Om te beginnen heeft Berlusconi opnieuw een
akkoord gesloten met de (con)federalisten van de Lega Nord, waarmee hij
voordien ook al overhoop was komen te liggen en heeft hij beloftes gedaan die
als puur populistisch kunnen gerangschikt worden, maar die de Italiaanse man
(én vrouw) in de straat niet onberoerd laten. Zo heeft hij beloofd de
huizentaks, die hij had afgeschaft maar Monti weer had ingesteld, opnieuw af te
schaffen en zelfs met terugwerkende kracht. In Milaan, maar ook daarbuiten, zal
hij, naar men denkt, tienduizenden stemmen bij winnen nu hij het (letterlijk!) zwarte
enfant terrible van de calcio italiano, Mario Balotelli, terug naar AC Milan
heeft gebracht, de ploeg waarvan hij voorzitter is en die ook in de rest van
Italië vrij populair is. Supermario bedankte zondag met twee doelpunten,
genoeg om heel wat tifosi te doen overkoken. Hoe dat allemaal gaat aflopen,
weten we over drie weken, wanneer er in Italië parlementsverkiezingen worden
gehouden. Als Berlusconi weer mee zou spelen, ziet het er echter eerder slecht
uit voor Italië én voor de Eurozone.
In de marge van bovenstaande nog dit:
Berlusconi kreeg zopas nogal wat kritiek, toen hij bij een Holocaust herdenking
zei dat de vroegere Italiaanse dictator Mussolini toen wel grandioos fout zat,
maar toch ook veel goeds had gedaan. In tegenstelling tot de storm van kritiek
die daarover (vooral weer in het buitenland) los barstte, is daar echter wel
iets van waar, zeker in het licht van de toestanden die er in Italië heersten
tussen de twee wereldoorlogen. Na de Grote Oorlog van 1914-18 was het land er
zo slecht aan toe dat miljoenen Italianen honger leden en om den brode verplicht
waren te emigreren, voornamelijk naar de States en Argentinië. De partij van
Mussolini heeft daar een eind aan gemaakt door o.m. de Italiaanse
grootgrondbezitters te verplichten grote delen van hun gronden af te staan, die
dan verdeeld werden onder de arme boeren zodat die voor eigen rekening konden
gaan werken. Ook werden heel wat moerassige streken, o.m. rond Rome, Napels en
op Sardinië gedraineerd en vruchtbaar gemaakt. Op Sardinië werd er met die
drooglegging tegelijkertijd een eerste stap gezet in de strijd tegen de daar toen
nog heersende malaria. De maffia werd zodanig hard aangepakt dat ze dreigde uitgeschakeld
te worden (Cosa Nostra was verplicht uit te wijken naar Amerika, vanwaar ze
met de Amerikanen terug kwam na de bevrijding). Dé grote fout van Mussolini
was, dat hij met Nazi-Duitsland mee ten oorlog trok, heilig overtuigd als hij
was dat de Duitsers die oorlog zouden winnen (hij was daarin niet alleen!). Het
is anders uitgedraaid.
Hét probleem met het beoordelen van
situaties uit de jaren dertig is, dat men die nu vanuit de luie zetel kan
bekijken en beoordelen met de huidige kennis, die men toen niét had. Dat verandert
weinig aan het feit dat nazisme en fascisme verwerpelijke systemen waren, maar
men moet niet alles zwart-wit zien in de geest van Wee de overwonnene.
* Evenals
Duitsers, houden Italianen van titels, waarmee ze willen aangesproken of
geschreven worden. Dottore (Dot.), Ingeniere (Ing.), Avvocato (Avv.), maar ook
Ragioniere (Rag.)/boekhouder of Geometra (Geom.) /landmeter horen daarbij. Wie
geen titel overhoudt aan zijn studies, maar zich in het zakenleven of de
economie heeft onderscheiden, kan de eretitel Cavaliere (Cav.)/ridder
krijgen. Dat is wat met o.a. Berlusconi is gebeurd.
|