Zondag kreeg Hasselt het bezoek van de toekomstige sultan van het nog op te richten nieuwe sultanaat, dat tegenwoordig nog even Turkije heet. Tayyip Erdogan is zijn naam en na twee termijnen als eerste minister is hij nu bezig aan zijn eerste termijn als president. Maar dat is voor de man niet genoeg. Hij droomt ervan van zijn land opnieuw een sultanaat te maken zoals dat, dat Kemal Ataturk na WO I omverwierp. Hij wil zelfs de oude Ottomaanse taal weer invoeren, inbegrepen de Arabische schrijfwijze (of zoiets in die aard). Om dat alles te kunnen verwezenlijken, moet de Turkse grondwet veranderd worden en dat is de reden waarom de would-be sultan nu op promotietocht is.
Nu, Erdogan doet maar wat hij niet laten kan. Problematischer is het feit dat de man in Hasselt ontvangen werd als een soort Messias, die in feite – hoewel hij dat als president van álle Turken niet mag – een verkiezingsspeech van een paar uur kwam houden. Hij vernoemde daar met opzet de naam van zijn partij, de AKP niet, maar een goede verstaander (en er waren er daar in Hasselt 15.000) heeft maar een half woord nodig. Als de partij erin slaagt de volstrekte meerderheid te halen in de verkiezingen op 7 juni a.s. (bij de vorige kwam ze 18 zetels tekort), dan ligt de weg open naar een zoveelste islamitische staat in een regio waar er nu al teveel zijn.
De meeste van de Turken die Erdogan daar in Hasselt zo’n warm applaus hebben komen geven, zijn mensen met een dubbele nationaliteit en die blijken nu ook niet alleen van twee walletjes te kunnen eten, maar ook in twee landen te kunnen stemmen. Mochten wij, arme autochtonen, zoiets doen, dan werden we meteen uitgemaakt voor wie weet wat en zou men allicht wel enkele allochtonen vinden die zich gediscrimineerd zouden voelen. De vraag is dan ook, wat die mensen hier nog komen doen als het daar in Turkije onder Erdogan zo ideaal zou zijn?
Toch is er voor ons, authentieke Europeanen, nog één troost. Hoe verder Erdogan zijn plannen verwezenlijkt krijgt, hoe kleiner de kans dat Turkije ooit bij de E.U. binnen geraakt. Tot wanhoop van bepaalde van onze progressieve journalisten, zoals die Evita Neefs van De Standaard, die vindt dat Europa een Erdogan nodig heeft. Maar wij hébben er al een, die vindt dat Europa niet groot genoeg kan worden: Verhofstadt!
|