In mijn jeugd, zeg maar de jaren 1950, was het traditie dat ambtenaren aan een lager loon werkten, met als compensatie dat ze het vooruitzicht zouden krijgen op een beter pensioen. Wie het niet daarvoor deed moest al op e.o.a. manier gemotiveerd zijn om ambtenaar te worden, bv in het onderwijs, waar dan het mopje ontstond van de leraar die zei daarvoor 4 redenen te hebben: Kerstmis, Pasen, juli en augustus.
Er is sindsdien heel wat veranderd. Niet alleen werden de ambtenarenlonen opgetrokken, maar er kwamen ook tal van andere voordelen, die men in de privé niet had (denk maar aan het opsparen van ziektedagen en de zgz ‘diploma bonificatie’). Het eindigde er tenslotte mee dat ambtenaren zo goed als evenveel loon krijgen als in de privé, maar hun profijtjes behielden - In België schaft men nooit iets af - wat in de huidige financiële toestand niet meer houdbaar is. Het gaat om sociale gerechtigheid, om op termijn het wettelijke pensioensysteem in stand én geloofwaardig te houden.
De beslissing van de regering Michel om met deze sinterklaaspolitiek op te houden door privé en ambtenarij op eenzelfde wijze te beoordelen en te belasten, creëert natuurlijk veel kwaad bloed, niet in het minst bij de overheidsvakbonden, die nog steeds een zware vinger in de pap schijnen te hebben en nu al ‘acties’ aankondigen. De ‘verworven rechten’, weet je wel.
Toch is het niet meer van deze tijd dat een hoog opgeleide ambtenaar zijn studiejaren of mogelijke nog te plannen ziektedagen kan laten meetellen om met vervroegd pensioen te gaan, daar waar dit in de privé niet alleen niet kan maar ook nooit gekund heeft. De mensen leven tegenwoordig doorgaans langer, er komt een steeds grotere groep van gepensioneerden en een steeds kleinere van jonge mensen die dat alles zullen moeten betalen. Dit is niet vol te houden. Als deze regering er niet in slaagt daaraan iets te doen, zal een volgende dat wel doen en zal dat proces steeds pijnlijker worden.
|