Even voortbomend op het verhaal van gisteren i.v.m. de transfers, mogen we niet vergeten dat Vlaanderen jaarlijks 5% van zijn budget aan Brussel geeft. Dat is zo ongeveer één miljard euro en dat bovenop de transfers. Die regeling danken we Bertje Anciaux, toen hij nog minister voor Brussel was in de Vlaamse regering. Zijn huidige opvolger, Sven Gatz, moet trouwens voor Bertje niet onder doen en komt ook regelmatig in botsing met zijn Vlaamse collega’s als het om de centen gaat.
Niet dat het geld dat Vlaanderen in Brussel steekt – de zgn ‘Brusselnorm’ - allemaal verloren is. Het grootste deel gaat naar het onderwijs en naar enkel culturele projecten. Heel wat Brusselaars, van welke origine ook, sturen hun kinderen naar het Nederlandstalig onderwijs, gewoon omdat het een betere toekomst biedt, zowel bij de multinationals in de stad zelf als in de Rand. Het Franstalig onderwijs wordt door velen ‘l’école poubelle’ genoemd, dat zegt genoeg.
Wat we niet moeten hopen is dat we, zelfs niet door het Nederlandstalig onderwijs financieel te steunen, op e.o.a. manier de Vlaamse aanwezigheid in Brussel zullen versterken. Als we voortgaan op de stemmen die Vlaamse politici in Brussel halen, gaan we er zelfs op achteruit. Het Frans is er nu eenmaal de lingua franca geworden, zelfs bij de helft van de Brusselaars die thuis noch Frans noch Nederlands spreken. De enige reden waarom Vlamingen nog meetellen in Brussel is omdat ze het mee financieren. Tegelijk ligt daar de enige mogelijkheid om er nog iets verwezenlijkt te krijgen of om projecten die Vlaanderen schaden tegengehouden kunnen worden (denk maar aan de Brusselse geluidsnormen). ‘Geen Vlaams, geen centen’ zou best wat actueler mogen worden.
|