Er is de laatste week nogal te doen geweest over de presidentsverkiezingen in Rwanda. Dat landje wordt, sinds de massamoorden van 1994, geleid door Paul Kagame, een Tutsi, die de grondwet heeft laten ‘aanpassen’ en – als hij in leven blijft – nu verder kan regeren tot ergens in de jaren 2030. Hij haalde het met een Stalinistische monsterscore van bijna 99% en dat heeft veel weg van een dictatuur, iets dat door onze media dik in de verf wordt gezet. Toch is het kleine Rwanda momenteel een land waar vrede heerst en het economisch niet slecht gaat. Een groot verschil met de meeste landen van het zwarte continent, waar er – ongeacht het politiek systeem - miserie, armoede, uitbuiting en onderdrukking is, soms zo erg dat de mensen die kunnen, er gaan lopen.
Over Kagame wordt in onze media gezegd dat hij de oorlog in 1994 begon, maar dat is niet helemaal correct. Toen Rwanda – een vroegere kolonie van Duitsland, die daarna een Belgische protectoraat werd – van ons land zijn onafhankelijkheid kreeg (o.m. door de tussenkomsten van Willy Claes, toen minister van Buitenlandse Zaken) en het democratisch stemrecht werd ingevoerd, werden de Hutu’s er de baas nadat ze eeuwenlang overheerst geweest waren door de grotere en – volgens sommige – meer ontwikkelde Tutsi’s, die wel altijd een minderheid waren geweest. Het resultaat was een eerste genocide, waarbij heel wat Hutu’s vluchtten naar Oeganda. De oorlog die aanleiding was van de tweede genocide in 1994, werd misschien wel door Kagame begonnen, maar moet gezien worden als een vervolg van de eerste, met de terugtocht van de verdreven Hutu’s uit Oeganda die op hun beurt wraak namen. Opmerkelijk daarbij is dat in Rwanda sindsdien het Engels het Frans heeft vervangen als voertaal. De Tutsi’s hadden die laatste taal verleerd in het Engelstalige Oeganda.
Afrika is tegenwoordig één grote ramp, zowel humanitair als economisch. Als het dan ergens een beetje beter gaat – zoals nu in Rwanda – staan onze zedenprekers op de eerste rij om het systeem daar af te breken. Het is er inderdaad niet zoals wij denken dat het hoort, maar dat is het bijna nergens in Afrika, te beginnen met ‘onze’ Kongo waar men er zelfs niet meer in slaagt een presidentsverkiezing te houden, omdat Kabila Jr dan zou moeten aftreden. Ook daartegen wordt dan wel door de oppositie geprotesteerd via o.m. een regelmatige ver-van-mijn-bedshow in het voor hen veilige Brussel, maar dat verandert niets aan de hopeloze situatie van een land dat gewoon te groot is om efficiënt bestuurd te worden.
In de marge van bovenstaande nog dit: Peter Verlinden, de vaste VRT-correspondent voor Afrika in het algemeen, maar voor Kongo, Rwanda en Burundi in het bijzonder, is gehuwd met een Rwandese Hutu.
Onbevooroordeeld kan men hem dan ook niet noemen. Voor hem zal die Kagame het wel nooit goed doen, evenmin als Trump voor Björn Soenens, de VRT-specialist voor de States…
|