In mijn blog van 16 mei van dit jaar, schreef ik i.v.m. het doorberekeningssysteem van de verkiezingsbeloften in de verschillende Europese landen, dat we best geen vergelijkingen meer moesten maken met Nederland, waar men traditioneel met twee partijen een regering vormde, maar daar nu niet in slaagt en men thans vier partijen nodig heeft. Toen waren onze noorderburen al twee maanden na hun laatste verkiezingen aan het ‘ouwehoeren’, om het op zijn Hollands te zeggen, maar kwamen er niet uit. Wel, ze zijn er nog steeds niet uit, straks al 5 maanden na de stembusslag van 15 maart.
Nederland is lange tijd een soort gidsland geweest, waar men naar opkeek, ook van bij ons. Dat lijkt voorbij te zijn, zoals ook de huidige eiersoap lijkt te bevestigen. Half mei mislukte een eerste poging tot vorming van een nieuwe regering omdat GroenLinks had afgehaakt. Die wereldverbeteraars wilden nl in het regeerakkoord de bevestiging hebben dat het land minstens 5.000 extra vluchtelingen zou opnemen, wat de andere drie partijen (PvdA, CDA en D66) niét wilden. Er komt nu een nieuwe poging, met deze keer de conservatieve ChristenUnie als vierde partner. Daardoor blijft D66 als enige linkse partij over in een voor de rest conservatieve regering en zal deze partij enkele ethische problemen mogen vergeten. Die thema’s (hun visie op euthanasie en wetenschappelijk onderzoek op embryo’s) hoopt men nu bij de nieuwe besprekingen achterwege te kunnen laten. Zo’n beetje zoals vorig jaar bij ons gebeurd is bij het toenmalig akkoord over de budgetcontrole en men overeenkwam de vennootschapsbelasting en de meerwaardetaks even te vergeten. Als het daar in Nederland nog lang duurt, gaan ze straks ons record van regeringsvorming nog verbeteren. Allemaal op zijn Belgisch, zeg maar, de omgekeerde wereld.
|