Het moet lang geleden zijn, misschien nog wel van vóór de val van de Berlijnse Muur en die van het Sovjet imperium, maar ik heb toen ooit een artikel gelezen over een meer in Rusland waarin men kernafval dumpte, zoveel dat wie een uur aan de oever van dat meer zat, riskeerde te sterven. Tijdens de koude oorlog kon dat ook anti-Russische propaganda geweest zijn, maar nu blijkt dat niet zo en bestaat dat meer nog altijd met ongeveer dezelfde functie. Men kiepert er tegenwoordig de kernafval niet meer zomaar in, men ‘begraaft’ die in de bodem van het meer, dat de naam Karatsjaj draagt. Dit niet al te groot meer droogt in de zomermaanden soms wel eens uit en wie dan op die bodem gaat zitten of liggen, sterft er binnen het uur.
Het Karatsjajmeer ligt bij het dorp Majak, zo’n 150 km ten zuidoosten van de stad Jekaterinenburg, richting Kazakstan. In de buurt ligt de Tetsja rivier waarin ook kernafval gedumpt werd en het grotere Kyzyltasjmeer, waarvan het water gebruikt wordt voor de koeling van de kernreactoren, waarna het ongezuiverd weer in het meer vloeit. In de verwerkingscentrale werken liefst 15.000 mensen, waarvan er heel wat onteigend werden om de fabriek te kunnen uitbreiden en als compensatie werknemer konden worden. Het is een van de grootste nucleaire sites ter wereld, maar dan wel een die volledig verouderd is.
Het hele verhaal is weer boven water gekomen, nadat de Franse nucleaire waakhond ISRN recentelijk in Europa verhoogde luchtconcentraties vond van radioactieve ruthenium 106. Dit werd twee weken later bevestigd door de Russische meteorologische dienst, die erbij voegde dat de radioactiviteit in de bovenstaande regio bijna 1.000 maal (!) boven de norm lag. Over de gezondheidstoestand van de inwoners hoort men niet veel, maar goed kan die nooit zijn.
We mogen blij zijn zo’n controledienst als die Franse hier ter beschikking te hebben, wij die ons al zo druk maken over de luchtvervuiling op onze wegen en in onze steden.
---
Nog zo’n dienst als die Franse ISRN is de ‘Comprehensive Nuclear test-ban Treaty’ agency’ uit Wenen die zich bezig houdt met de monitoring van eventuele kernproeven over de hele wereld. Het was die dienst die op 15 november een ongewoon geluid had waargenomen in de Zuid-Atlantische Oceaan, op 450 km van de Argentijnse kust. Meer dan waarschijnlijk ging het hier om een ontploffing in de Argentijnse duikboot die men sindsdien kwijt is en waarvan de 44 koppige bemanning het waarschijnlijk niet overleven zal…
|