De slimme kilometerheffing, ook wel rekeningrijden genoemd, is voorlopig begraven, al is de kans hemelsgroot dat een eventuele nieuwe federale regering van welke samenstelling ook, daar wel iets op zal vinden. In feite hebben we trouwens nu al een soort kilometerheffing in de vorm van de reeds bestaande accijnzen op de brandstof. Hoe meer men immers rijdt, hoe meer men verbruikt en hoe meer men betaalt. Het regelmatig verhogen van die accijnzen is dan ook een verdoken belasting, die mede de oorzaak was van de opkomst van de gele hesjes in Frankrijk. Die eventuele nieuwe federale regering zou daar best rekening mee houden.
Wat dat rekeningrijden ook speciaal zou kunnen maken is, dat het traject dat men rijdt geprogrammeerd zou worden via de smartphone. Daar moet ge dan wel een smartphone voor hebben. Bij heel wat mensen van de derde en zeker van de vierde generatie is dat niet het geval. Die zouden dan een soort kastje in hun wagen gemonteerd krijgen dat dat zou moeten noteren. Dat kende ik al van mijn tijd bij de ITS-pechdienst van DAF. Vrachtwagens hadden het toen al, 20 jaar geleden. Dat heette toen bij ons een OBU (‘On Board Unit’).
In de digitale wereld krijgt men zo stilaan een steeds groter wordende groep van mensen die een smartphone heeft en een steeds kleiner wordende die er niet meer aan begint of ermee stopt. De ‘haves’ en de ‘have nots’, zeg maar. Ik had al een gsm in 1995 (van de zaak als stand-by bij problemen met Italiaanse klanten of werkplaatsen) en heb daarna zeven maanden een smartphone gehad. Ik werd er gek van en heb hem gewisseld met een gsm van de Nokia-generatie, maar ik kan best begrijpen dat de jongere mensen niet meer zonder kunnen. Toch moeten ze opletten er geen slaaf van te worden. Er zijn in dit land momenteel reeds 140.000 mensen die al langer dan één jaar thuis zitten met een burn-out of iets in dien aard en bij een groot deel ervan komt dat omdat hun geest niet meer tot rust komt als gevolg van al dat digitaal gedoe.
|