In mijn blog van 22 dezer (‘De volwaardige komedie’) had ik het er reeds over, dat het niet nodig was de restregering van Michel voor de koning in te laten zweren om inzake de corona problemen te kunnen werken met volmachten. Dat idee –zoals ik reeds schreef – was niet van mij, maar van Rik Van Cauwelaert, een specialist ter zake. Volgens hem hoefde de Kamer van Volksvertegenwoordigers de wetgevende macht niet over te dragen aan de rompregering van Wilmès. De bestaande noodregering kon de beperking van de bewegingsvrijheid, de sluiting van handelszaken en het verbieden van massabijeenkomsten ook zonder die volmachten gewoon uitvoeren.
Nu stellen we vast dat die bijzondere volmachten er niet alleen zullen zijn voor de federale regering of wat daarvoor nog moet doorgaan, maar ook gelden voor die van het Brussels gewest, voor de Waalse deelregering en zelfs voor die van de Franse Gemeenschap, door de francofonen nog steeds ongrondwettelijk ‘la Fédération Wallonie/Bruxelles’ genoemd. De Vlaamse regering en die van de Duitstalige Oostkantons doen daar niet aan mee. Dat maakt, dat uitgerekend de francofonen, die steeds staan te roepen dat België één moet blijven en die zeggen niets te maken willen hebben met confederalisme, zelf initiatieven nemen om in de diverse landsgedeelten verschillende wetten te maken.
Nu zou er bij het verlenen van die volmacht uitdrukkelijk gesteld zijn, dat ze alleen gelden voor alles wat met de coronacrisis te maken heeft, maar de geschiedenis leert ons dat de francofonen de eerste zijn die de Belgische wetten aan hun laars lappen als ze in hun kraam niet passen. Als er ooit een einde komt aan de corona pandemie, dan is het opletten geblazen vóór men straks die volmachten zal misbruiken voor intern francofoon gebruik, wat in de praktijk zou kunnen betekenen dat de Franstaligen dan Sinterklaas gaan spelen en de Vlamingen de Zwarte Piet zullen krijgen toegespeeld als de rekeningen eraan komen.
|