Dat de drie onafhankelijkheidspartijen in Catalonië de laatste verkiezingen weer gewonnen hadden, wisten we al. Nieuw is dat het drie maand geduurd heeft vóór die tot een consensus kwamen over de vorming van een nieuwe regionale regering. Reden daarvan was, dat het dit keer eens niet de centrumrechtse partij van Puigdemont (Junts) was die als grootste uit de stembus kwam, maar die van de linkse republikeinen (ERC) en dat die laatste nu voor de eerste keer de minister-president levert, een zekere Pere Aragonés. Alhoewel ze niet tot deze regering toetreedt, geeft ook de kleinere linkse partij CUP de nieuwe ploeg haar gedoogsteun.
Of het allemaal veel uit zal maken op de weg naar de Catalaanse onafhankelijkheid, valt te betwijfelen. Ook de nieuwe regering is zinnens een referendum erover uit te schrijven. In tegenstelling tot de vorige keer, gaat ze eerst wel officieel de toestemming vragen aan de federale regering in Madrid. De Schotse toer op, zeg maar.
Wat voor ons, Vlamingen, in de Catalaanse zaak belangrijk blijft, is dat de ‘indipendistas’ in Catalonië over de partijgrenzen en de links-rechts tegenstellingen heen wél bereid zijn samen te werken. Het zou voor onze Vlaamsnationalisten een voorbeeld moeten zijn.
|