In zijn weekeindcolumn in De Tijd over het energiebeleid, veegt Rik Van Cauwelaert de vloer met de Vlaamse regering, volgens hem ‘de zwakste ooit’ Daarin heeft hij gelijk, al denk ik niet dat men alle schuld in de schoenen van de eveneens zwakke minister-president Jambon moet schuiven.
Van bij de aanvang van deze legislatuur was duidelijk dat het met deze Vlaamse regering niet veel soeps zou worden. Een meerderheid met drie partijen waarvan er twee ook deel uitmaken van de federale regering, was vragen om stilstand. De N-VA mocht op dat ogenblik nog Vlaanderens grootste partij zijn (volgens de laatste peilingen is ze dat niet meer), geen enkele partij kan iets bereiken als ze tegelijk in een gewestelijke meerderheid en een federale oppositie zit. Van een oppositie tegen Paarsgroen+ is er zo goed als geen sprake.
Misschien had men na de laatste verkiezingen beter een Vlaamse minderheidsregering gevormd van N-VA en VB. Mochten haar doelstellingen door de oppositie dan steeds geboycot geworden zijn, dan kregen die daar de schuld van. Nu krijgt in de eerste plaats de N-VA die en het resultaat is wel dat er in Vlaanderen niet veel meer gerealiseerd zal worden tenzij het past in het federaal akkoord, dat voor Vlaanderen meestal nadelig zal zijn.
Bij een volgende gelegenheid, normaal gesproken in 2024, moet er dan ook een echte Vlaamse regering komen, niet een die met handen en voeten gebonden ligt aan het federale niveau. Als het VB erin slaagt de grootste partij in Vlaanderen te blijven, zoals nu in alle peilingen gesteld wordt, dan komt zij eerst aan bod en kan Vlaanderen alleen maar hopen dat de N-VA bereid zal zijn mee te doen. Als De Wever ook dan het been stijf zou houden, zoals hij nu zegt, dan moeten de N-VA verkozenen het maar zonder De Wever doen. Niemand zal het zich kunnen veroorloven weer vier jaar te moeten wachten op Godot.
|