Kempenaars zijn altijd een vroom volkje geweest. Armand Preud’homme schreef het al in zijn ‘Kempenland’(‘Kempisch volk, zo vroom en blij’). Mede als gevolg daarvan stemde vroeger de overgrote meerderheid in de ‘stille’ Kempen voor de christendemocraten. Veel baten heeft dat hen nooit opgebracht. Bij mijn weten is er ooit maar één CVP-gezinde Kempenaar minister geworden en dat was Frans Van Mechelen. De andere kopstukken brachten het meestal niet verder dan tot staatsecretaris. Eén daarvan in de jaren 1970 was Jos Dupré uit Westerlo en daarmee heb ik het ooit aan de stok gehad. Ik dacht eraan toen ik gisteren in de kranten zijn overlijdenbericht las. Jos werd 93.
In de tweede helft van de jaren 1970 werkte ik in DAF’s assen- en cabinefabriek in Oevel/Westerlo. Ik ontving er de bezoekers en had de supervisie van de kantine. In die functies hing ik af van de afdeling Personeelszaken. Op een gegeven moment vroeg de heer Kerremans uit Mechelsn, manager Bevoorrading, me het adressenbestand. Er kwamen nieuwe verkiezingen aan en Kerremans stond op een lijst van de Volksunie. Na consulatie met mijn directe overste, gaf ik hem die. Later bleek dat niet correct te zijn geweest en kwam er een klacht van CVP-staatssecretaris Dupré. Ik kreeg een berisping en mijn directe overste, een Nederlander die zich van geen kwaad bewust was, werd drie dagen geschorst. Ik zei toen dat ik mij ‘gedupreerd’ voelde en daarmee was de kous af.
---
In dezelfde periode kreeg ik het ook aan de stok met Mark Eyskens, toen minister van Buitenlandse Zaken die in het nieuws was gekomen toen zijn departement een visum had verstrekt aan een Palestijnse terrorist en Eyskens gevraagd werd af te treden als minister. Waarop die zei ‘In een normaal land zou ik dat doen, maar niet in een apenland zoals België’ (een uitspraak waaraan onze vriend Walter ons af en toe herinnert).
Ik had over Eyskens een artikel geschreven in ‘De Heikanter’, een plaatselijk Kastels blad met als titel ‘Startgeld voor ministers’. Daarin vertelde ik het verhaal dat hij, Eyskens, in Herentals een spreekbeurt was gaan geven, tegen betaling. Eyskens legde toen klacht neer tegen mij en het blad, maar daar is nooit iets van gekomen. De Heikanter maakte wel een einde aan mijn columns.
Dat was allemaal in de tijd toen de christendemocraten in onze Kempen nog iets te vertellen hadden. Net zoals elders in Vlaanderen schiet daar niet veel meer van over. ‘Ja, maar’ en ‘enerzijds, anderzijds’ volstaan niet meer.
|