Vorige week werden in Peru de stoffelijke resten gevonden van Natascha de Crombrugghe, een 28-jarige jonge dame uit het Vlaams-Brabantse Linkebeek, die op haar eentje de Andes was ingetrokken. Of ze er verongelukt is of het slachtoffer van een misdaad is geworden, wordt nog onderzocht, maar feit is dat men – ongeacht de ouderdom of het geslacht - beter nooit alleen de natuur intrekt, niet in Zuid-Amerika en zelfs niet bij ons. In mijn eigen Kasterlee heb ik ooit het verhaal gehoord van een jogger, die met zijn fiets de Kempische bossen was ingetrokken, er viel en iets gebroken had in zijn rug, waardoor hij niet kon opstaan. Hij heeft daar een halve dag gelegen – het had ook een nacht kunnen zijn - vóór iemand hem opmerkte en heeft het gelukkig overleefd. En dat was dan in de Kempen, niet aan de andere kant van de wereld.
Of denk maar aan wat Théo Hayez is overkomen, een achttienjarige Brabander die op zijn eentje als zgz ‘backpacker’ dacht Australië te moeten verkennen. Hij verdween drie jaar geleden en men heeft er geen spoor terug gevonden. De laatste beelden van hem waren van veiligheidscamera’s en lieten hem zien toen hij uit een nachtclub werd gezet en daarna uit een drankenhandel kwam. De laatste signalen van zijn gsm kwamen van een strand bij Cape Byron, de meest oostelijke punt van Australië, waar hij, mogelijks overmoedig door de drank, waarschijnlijk ’s nachts in zee is gaan zwemmen* en er verdronk. De Grote Oceaan is zomaar geen zee en daar bekend voor zijn haaien M.i. zullen ze van hem nooit nog iets terugvinden.
*Deed me – en misschien ook hem - denken aan ‘Let’s go on a moonlight swim, far away from the crowd, all alone upon the beach’ (Elvis Presley in ‘Blue Hawaii’)...
|