In mijn kindertijd zei ik altijd: ‘Als ik bij het leger moet, dan ga ik naar de Kongo’. Nu moest het lukken dat ik mijn legerdienst moest doen in 1960, uitgerekend het jaar dat Kongo onafhankelijk werd. Na enkele maanden zat het er daar al bovenarms op met onlusten en werden er vrijwilligers voor Kongo gevraagd, ook bij de dienstplichtigen, de ‘miliciëns’, zoals men die toen noemde. Toen kon ik dus naar Kongo, maar heb dat niét gedaan. Dat kon een geluk bij een ongeluk geweest zijn, want tijdens de opdracht van het Belgisch leger crashte er in Kongo een van hun transportvliegtuigen. Ik had erbij kunnen zijn, zeker nadat ik me realiseerde dat een van de slachtoffers een jongen was die samen met mij in 1959 zijn ‘drie dagen’ had gedaan in ’t Klein Kasteeltje.
Die jongen was niet de eerste de beste. Hij heette Marcel Indekeu uit Hulshout en was dat jaar (1959) Belgisch kampioen op de weg geworden bij de amateurs (‘liefhebbers’ heetten die toen). Elk jaar wordt er in Hulshout nog een wielerkoers gereden die de Grote Prijs Marcel Indekeu heet. Ze zijn hem daar niet vergeten en ik ook niet.
|